Cessie
Einde inhoudsopgave
Cessie (O&R nr. 70) 2012/V.3.2:V.3.2 Directe publiciteit ten opzichte van de schuldenaar
Cessie (O&R nr. 70) 2012/V.3.2
V.3.2 Directe publiciteit ten opzichte van de schuldenaar
Documentgegevens:
mr. M.H.E. Rongen, datum 01-10-2011
- Datum
01-10-2011
- Auteur
mr. M.H.E. Rongen
- JCDI
JCDI:ADS357599:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Algemeen
Goederenrecht / Verkrijging en verlies
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Vgl. Kötz 2008, nrs. 94, 97 en 98. Zie voor het Nederlandse recht: art. 6:130 en 145 BW.
Zie Köster 1964, p. 91.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
423. Betekenis van de mededeling. Door de mededeling van cessie wordt aan de schuldenaar te kennen gegeven dat hij een nieuwe schuldeiser heeft. Zolang de schuldenaar geen mededeling van cessie heeft ontvangen, kan hij in beginsel bevrijdend betalen aan de cedent, die hij immers als zijn schuldeiser mag beschouwen. In sommige rechtssystemen wordt voorts aangenomen dat de schuldenaar pas door de ontvangst van de mededeling van cessie wordt beperkt is in zijn mogelijkheden tot verrekening en in het aanwenden van verweermiddelen.1 De mededeling van cessie vervult derhalve een belangrijke rol voor de bescherming van de schuldenaar. Voor deze bescherming is echter niet nodig dat de mededeling van cessie een constitutief vereiste voor overdracht is. Zoals hierna zal blijken, kan die bescherming de schuldenaar ook toekomen in een systeem waarin de mededeling van cessie enkel een verbintenisrechtelijke betekenis heeft. Dit houdt in dat de mededeling niet van belang is voor de vraag of er een geldige cessie tot stand is gekomen, maar wel voor de vraag of de cessie de schuldenaar in verband met een aantal verbintenisrechtelijke vraagstukken, zoals de bevrijdende betaling en verrekening, kan worden tegengeworpen (zie hierna § 6.2).
Een mogelijk voordeel van een constitutief mededelingsvereiste zou nog kunnen zijn dat de schuldenaar een duidelijker houvast wordt geboden ten aanzien van de vraag wanneer hij de cessionaris als zijn nieuwe schuldeiser moet beschouwen.2 De schuldenaar weet immers zeker dat hij voor de ontvangst van een mededeling van cessie in beginsel altijd, dat wil zeggen zonder een nader onderzoek te hoeven instellen naar een mogelijke cessie, bevrijdend kan betalen aan zijn oorspronkelijke schuldeiser; zonder mededeling heeft er immers nog geen overdracht plaatsgevonden.3 Echter, ook in een stelsel waarin de mededeling slechts verbintenisrechtelijke betekenis heeft, kan de schuldenaar deze “houvast” worden geboden door bijvoorbeeld de harde regel te aanvaarden dat hij voor de ontvangst van de mededeling van cessie altijd bevrijdend kan betalen aan de cedent, ongeacht of hij een vermoeden van de cessie heeft (zie hierna § 6.2.2.1).