HR, 22-12-2009, nr. 08/01450 B
ECLI:NL:HR:2009:BK3204
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22-12-2009
- Zaaknummer
08/01450 B
- LJN
BK3204
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2009:BK3204, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑12‑2009; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2009:BK3204
- Vindplaatsen
Uitspraak 22‑12‑2009
Inhoudsindicatie
Cassatieberoep beschikking a.b.i. art. 410a.4 Sv. Volgens art. 445 Sv staat tegen beschikkingen beroep in cassatie alleen open in de gevallen in dat wetboek bepaald. Nu in dat wetboek geen bepaling voorkomt volgens welke beroep in cassatie openstaat tegen een beschikking a.b.i. art. 410a.4 Sv van de vz. van een gerechtshof om een ingesteld h.b. buiten behandeling te laten, kan verdachte in het ingestelde beroep niet worden ontvangen (HR LJN BG6595).
22 december 2009
Strafkamer
nr. 08/01450 B
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking als bedoeld in art. 410a, vierde lid, Sv, van de voorzitter van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 3 december 2007, nummer 22/004707-07, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1982, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. H. Weisfelt, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld.
De Advocaat-Generaal Hofstee heeft geconcludeerd dat de verdachte niet-ontvankelijk zal worden verklaard in zijn beroep.
2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
2.1. Het cassatieberoep is gericht tegen een beschikking van de voorzitter van een gerechtshof om een ingesteld hoger beroep buiten behandeling te laten, als bedoeld in art. 410a, vierde lid Sv.
2.2. Volgens art. 445 Sv staat tegen beschikkingen beroep in cassatie alleen open in de gevallen in dat wetboek bepaald. Nu in dat wetboek geen bepaling voorkomt volgens welke beroep in cassatie openstaat tegen een beschikking als bedoeld in art. 410a, vierde lid, Sv van de voorzitter van een gerechtshof om een ingesteld hoger beroep buiten behandeling te laten, kan de verdachte in het ingestelde beroep niet worden ontvangen (vgl. Kamerstukken I, 2005-2006, 30 320, C, p. 7, en HR 31 maart 2009, LJN BG6595).
3. Beslissing
De Hoge Raad verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het beroep.
Deze beschikking is gewezen door de raadsheer J.P. Balkema als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en M.A. Loth, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.J. Verhoeven, in raadkamer en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 december 2009.