Einde inhoudsopgave
Pensioenwet
Artikel 202 Handhavingsbevoegdheden
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2007
- Bronpublicatie:
07-12-2006, Stb. 2006, 705 (uitgifte: 22-12-2006, kamerstukken: 30413)
- Inwerkingtreding
01-01-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2006, Stb. 2006, 707 (uitgifte: 22-12-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
1.
Indien een pensioeninstelling uit een andere lidstaat inbreuk blijft maken op de op de pensioenregeling toepasselijke Nederlandse sociale en arbeidswetgeving, in weerwil van de door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de pensioeninstelling uit een andere lidstaat haar zetel heeft getroffen maatregelen of omdat die bevoegde autoriteiten geen passende maatregelen hebben getroffen, kan de toezichthouder, na die bevoegde autoriteiten daarvan in kennis te hebben gesteld, passende maatregelen nemen om de inbreuk op de toepasselijke regelgeving door de pensioeninstelling te beëindigen en, voorzover zulks volstrekt noodzakelijk is, de pensioeninstelling te beletten activiteiten te verrichten voor de Nederlandse bijdragende onderneming.
2.
De toezichthouder kan, ter uitvoering van het eerste lid, de bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 171, 175 en 176 toepassen.
3.
De toezichthouder kan, na toepassing van artikel 201, de bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 171, 175 en 176 toepassen wanneer een pensioeninstelling uit een andere lidstaat artikel 199 niet naleeft.