NJ 1924, p. 829
Rechtsopvolging van den kooper ten aanzien van een door den huurder gestorte waarborgsom.
HR 23-05-1924, ECLI:NL:HR:1924:193
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 mei 1924
- Magistraten
Mrs. Bosch, Hesse, Jhr. Feith, Kosters en Ort
- Zaaknummer
[23051924/NJ_1924,_p._829]
- Conclusie
Conclusie van den Procureur-Generaal Mr. Noyon.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS100838:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1924:193, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑05‑1924
- Wetingang
(BW art. 1612.)
Essentie
Rechtsopvolging van den kooper ten aanzien van een door den huurder gestorte waarborgsom.
Samenvatting
Ook ten aanzien van de bedongen en gestorte waarborgsom is de kooper van het verhuurde goed, in den zin van art. 1612 B. W., opvolger in de rechten en verplichtingen van den oorspron-kelijken verhuurder.
Nu bij de beëindiging van de huur vaststond, dat de huurder aan zijne verplichtingen uit de overeenkomst voortvloeiende had voldaan, vordert hij terecht van den nieuwen verhuurder-kooper het als waarborgsom gestorte bedrag.
(Vgl. H. R. 5 Januari 1923 N. J. 1923 blz. 305, waarbij — in strijd met Concl. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.