De dwangsom in het burgerlijk recht
Einde inhoudsopgave
De dwangsom in het burgerlijk recht (BPP nr. V) 2006/23.3.2.1:23.3.2.1 Geen specifieke wettelijke regeling
De dwangsom in het burgerlijk recht (BPP nr. V) 2006/23.3.2.1
23.3.2.1 Geen specifieke wettelijke regeling
Documentgegevens:
Mr. M.B. Beekhoven van den Boezem, datum 19-12-2006
- Datum
19-12-2006
- Auteur
Mr. M.B. Beekhoven van den Boezem
- JCDI
JCDI:ADS380386:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Gezien art. 6:142 BW is deze vraag overigens alleen relevant als de hoofdvordering zich voor beslag niet leent, zoals in geval van een veroordeling tot nakoming van een omgangsregeling.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Ten aanzien van de toekomstige dwangsomvordering rijst eveneens de vraag of het mogelijk is deze afzonderlijk te beslaan, of daarop afzonderlijk een stil pandrecht te vestigen.1 Ten aanzien van cessie bepaalt de Toelichting bij art. 6:142 BW expliciet dat de toekomstige dwangsomvordering ook afzonderlijk gecedeerd kan worden. Ik wees in par. 22.3.2 al op een aantal problemen dat zich in dit geval zou kunnen voordoen.
Bij verpanding en beslag ontbreekt elke aanwijzing van de wetgever omtrent de mogelijkheid de toekomstige dwangsomvordering afzonderlijk te verpanden of te beslaan. Het bepaalde in de Toelichting op art. 6:142 BW met betrekking tot een zelfstandige cessie levert mijns inziens echter een aanwijzing op om aan te nemen dat de aard van de dwangsomvordering daaraan in de visie van de wetgever in beginsel niet in de weg staat. Immers, de mogelijkheid om de toekomstige dwangsomvordering afzonderlijk te cederen wijst erop dat de wetgever ook deze toekomstige dwangsomvordering zoveel mogelijk als gewone geldvordering heeft willen behandelen. Wat van de in verband daarmee besproken bezwaren ook zij, wanneer deze gedachte van de wetgever consequent wordt doorgevoerd, moet ervan worden uitgegaan dat ook afzonderlijk beslag en afzonderlijke verpanding in beginsel niet is uitgesloten, zodat de mogelijkheid daartoe moet worden bezien op grond van de regels die ook overigens voor beslag en verpanding van toekomstige vorderingen gelden.