Einde inhoudsopgave
Scheepvaartreglement Westerschelde 1990
Artikel 18 Voorrangsregels
Geldend
Geldend vanaf 01-11-1992
- Bronpublicatie:
15-01-1992, Stb. 1992, 53 (uitgifte: 11-02-1992, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-11-1992
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-09-1992, Stb. 1992, 487 (uitgifte: 01-01-1992, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
Vervoersrecht / Zeevervoer
Behalve waar artikel 13 anders voorschrijft:
- a.
moet een werktuiglijk voortbewogen schip dat varende is, uitwijken voor:
- —
een onmanoeuvreerbaar schip;
- —
een bovenmaats zeeschip;
- —
een beperkt manoeuvreerbaar schip;
- —
een schip bezig met de uitoefening van de visserij buiten de vaargeul;
- b.
moet een zeilschip dat varende is, uitwijken voor de in het eerste lid genoemde schepen, met inbegrip van een werktuiglijk voortbewogen schip;
- c
- 1°
moet een schip bezig met de uitoefening van de visserij in de vaargeul, uitwijken voor:
- —
een onmanoeuvreerbaar schip;
- —
een bovenmaats zeeschip;
- —
een beperkt manoeuvreerbaar schip;
- —
een werktuiglijk voortbewogen schip;
- —
een zeilschip;
- 2°
moet een schip bezig met de uitoefening van de visserij buiten de vaargeul, voor zover mogelijk, uitwijken voor:
- —
een onmanoeuvreerbaar schip;
- —
een bovenmaats zeeschip;
- —
een beperkt manoeuvreerbaar schip;
- d
- 1°
moet een bovenmaats zeeschip dat varende is, uitwijken voor een onmanoeuvreerbaar schip;
- 2°
moet een bovenmaats zeeschip dat varende is en in zijn koers gehinderd wordt door een beperkt manoeuvreerbaar schip dat in de vaargeul in bedrijf is en ten anker ligt, zijn voornemen dit laatste voorbij te varen te kennen geven door een geluidssein van drie korte stoten gevolgd door één lange. In dat geval moet het beperkt manoeuvreerbare schip zich zo spoedig mogelijk naar de rand van de vaargeul begeven;
- 3°
mag een bovenmaats zeeschip, voor zover mogelijk, een vaargeul niet geheel of gedeeltelijk oversteken, niet verlaten of niet binnenvaren, dan nadat het zich er van heeft vergewist dat dit zonder gevaar kan geschieden en zonder dat andere schepen verplicht zouden worden koers of vaart te wijzigen;
- e
- 1°
moet een beperkt manoeuvreerbaar schip dat varende is, uitwijken voor een onmanoeuvreerbaar schip en voor een bovenmaats zeeschip;
- 2°
mag een beperkt manoeuvreerbaar schip, voor zover mogelijk, een vaargeul niet geheel of gedeeltelijk oversteken, niet verlaten of niet binnenvaren, dan nadat het zich er van heeft vergewist dat dit zonder gevaar kan geschieden en zonder dat andere schepen verplicht zouden worden koers of vaart te wijzigen;
- f.
moeten een draagvleugelboot en een luchtkussenvaartuig aan andere schepen de ruimte laten die deze nodig hebben om hun koers te volgen en om te manoeuvreren;
- g.
moet een klein schip dat varende is, uitwijken voor andere dan kleine schepen.