FED 2020/40
Een vordering wordt pas rentedragend in de zin van artikel 3.146 Wet IB 2001 wanneer deze liquide is en blijft uitstaan onder het genot van rente voor de gerechtigde tot die vordering.
HR 20-12-2019, ECLI:NL:HR:2019:2004, m.nt. J.W.J. de Kort
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 december 2019
- Magistraten
Mrs. Fierstra, Wortel, Beukers-van Dooren, Cools
- Zaaknummer
19/00033
- Noot
J.W.J. de Kort
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS189268:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Inkomen uit werk en woning (box 1) - niet-winst
Inkomstenbelasting / Belastbaar loon
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:2004, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑12‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑09‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:972, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑09‑2019
Essentie
Een vordering wordt pas rentedragend in de zin van artikel 3.146 Wet IB 2001 wanneer deze liquide is en blijft uitstaan onder het genot van rente voor de gerechtigde tot die vordering.
Samenvatting
In 2015 wordt de uitkering die belanghebbende over de jaren 2013 tot en met 2015 van het UWV heeft ontvangen, ingetrokken en teruggevorderd. Belanghebbende is een juridische procedure gestart tegen deze terugbetalingsverplichting. Niet aannemelijk is dat in 2015 daadwerkelijk bedragen zijn terugbetaald door belanghebbende. Van in 2015 genoten negatief inkomen is geen sprake. Met ‘rentedragend geworden’ in de zin van artikel 3.146, lid ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.