Einde inhoudsopgave
Regeling NVWA-tarieven
Artikel 9b
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
15-12-2022, Stcrt. 2022, 34206 (uitgifte: 19-12-2022, regelingnummer: WJZ/ 22343002)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-12-2022, Stcrt. 2022, 34206 (uitgifte: 19-12-2022, regelingnummer: WJZ/ 22343002)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
1.
Voor de volgende werkzaamheden is de aanbieder een retributie verschuldigd overeenkomstig het in bijlage I, deel II, bij het onderzoek behorende tarief, met inbegrip van en voor zover van toepassing, de kosten verbonden aan de met de voorbereiding en met de controle belaste personen van de NVWA en de kosten van laboratoriumonderzoek:
- a.
controles die worden verricht ter uitvoering van krachtens verordening (EU) 2016/429, verordening (EG) nr. 999/2001, verordening (EG) nr. 178/2002, verordening (EG) nr. 1069/2009 of verordening (EU) 2017/625 vastgestelde communautaire uitvoeringsmaatregelen, indien die maatregel ten opzichte van de reguliere controles in de genoemde communautaire maatregelen aanvullende of afwijkende controles voorschrijft voor producten van dierlijke oorsprong;
- b.
onderzoeken en keuringen die worden verricht ter uitvoering van artikel 66 of 67 van verordening (EU) 2017/625 of de op grond van op artikel 66, tweede lid, van verordening (EU) 2017/625 gebaseerde uitvoeringshandelingen van de Europese Commissie;
- c.
laboratoriumonderzoek dat in het kader van de werkzaamheden, bedoeld in onderdeel a van bijlage A bij deze regeling, noodzakelijk is om:
- 1°
zoönoses en zoönoseverwekkers op te sporen;
- 2°
overdraagbare spongiforme encefalopathieën (TSE) overeenkomstig verordening (EG) nr. 999/2001 vast te stellen;
- 3°
niet toegestane stoffen of producten of producten op te sporen en op gereglementeerde stoffen te controleren, buiten het kader van het Nationaal Plan Residuen ter uitvoering van artikel 109, eerste lid, van verordening (EU) 2017/625, of
- 4°
ziekten op te sporen die voorkomen op de lijsten met dierziekten van het Office International des Epizoöties (OIE);
een en ander zoals vereist in artikel 18 van verordening (EU) 2017/625 en de daarop gebaseerde gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen van de Europese Commissie;
- d.
laboratoriumonderzoek dat in het kader van de werkzaamheden, bedoeld in deze regeling, is verricht van chemische en microbiologische monsters die ten behoeve van die werkzaamheden zijn genomen.
2.
Indien het laboratoriumonderzoek, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, onder 3, wordt uitgevoerd op de monsters van runderen, varkens, schapen, geiten, eenhoevigen, pluimvee en tamme konijnen, alsook wilde dieren van genoemde soorten en wilde herkauwers, voor zover zij op een bedrijf worden gehouden, of van de van deze dieren afkomstige producten, en deze dieren afkomstig zijn van een bedrijf ten aanzien waarvan maatregelen als bedoeld in artikel 138 van verordening (EU) 2017/625 zijn genomen, is, in afwijking van het eerste lid, uitsluitend de exploitant van het desbetreffende bedrijf waarvan de dieren afkomstig zijn, de retributie, bedoeld in het eerste lid, verschuldigd.