NJ 1944/142
Valschheld In geschrifte. „Valschelijk opmaken" door onderteekenen. Onderhandsche eenzijdige schuld verbintenis; bestemd om tot bewijs te dienen? Nadeel.
HR 29-11-1943, ECLI:NL:HR:1943:208
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 november 1943
- Magistraten
Mrs. Taverne, Fick, van der Flier, de Visser, Helb
- Zaaknummer
[29111943/NJ_1944-142]
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS107706:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1943:208, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑11‑1943
- Wetingang
(Sr art. 225.)
Essentie
Valschheld In geschrifte. „Valschelijk opmaken" door onderteekenen. Onderhandsche eenzijdige schuld verbintenis; bestemd om tot bewijs te dienen? Nadeel.
Samenvatting
Het Hof heeft de t.l. kennelijk zóó opgevat, dat req. ook werd verweten, dat hij het stuk opzettelijk valschelijk met eigen naam had onderteekend. Het bewezenverklaarde „valschelijk met zijn naam heeit onderteetkend" is geen contradictio in terminis; kennelijk is daaronder te verstaan, dat req., welbewust van den onwaren inhoud van het stuk, dat heeft onderteekend. Het Hof heeft van het telastgelegd opmaken en onderteekenen van het stuk alleen bewezen verklaard het onderteekenen; dit wil niet zeggen, dat requirant zich ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.