Einde inhoudsopgave
Aanwijzingen voor de regelgeving
Officiële Toelichting
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2018
- Bronpublicatie:
22-12-2017, Stcrt. 2017, 69426 (uitgifte: 29-12-2017, regelingnummer: 3215945)
- Inwerkingtreding
01-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-12-2017, Stcrt. 2017, 69426 (uitgifte: 29-12-2017, regelingnummer: 3215945)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Staatsrecht / Wetgeving
Onder toelating wordt verstaan het door de overheid toetsen of bedrijven of burgers voldoen aan gestelde eisen en het verlenen van toestemming — eventueel onder het stellen van aanvullende eisen — voor het verrichten van bepaalde handelingen. Te denken valt aan het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning. Zie artikel 6, tweede lid, eerste zin, van de Wet op de kansspelen en artikel 19, eerste en derde lid, van de Geneesmiddelenwet voor voorbeelden van de doorberekening van toelatingskosten. In artikel 13, tweede lid, van de Dienstenrichtlijn is aangegeven dat eventuele kosten voor aanvragers van een vergunning in verband met hun aanvraag redelijk en evenredig met de kosten van de vergunningprocedure in kwestie zijn en de kosten van de procedure niet overschrijden. Zie ook aanwijzing 5.29.
Onder toezicht op de naleving worden verstaan alle controleactiviteiten, stelselmatig of steekproefsgewijs, aangekondigd of niet aangekondigd, gericht op de naleving van wet- en regelgeving. Ook controles bij vergunninghouders die in ‘Maat houden 1996’ (Stcrt. 2000, 90) nog tot de ‘post-toelating’ werden gerekend, vallen hieronder.
Onder repressieve handhaving worden verstaan handhavingsactiviteiten die zijn gebaseerd op een redelijk vermoeden van een strafbaar feit of een bestuursrechtelijke overtreding. Hieronder vallen ook vervolgactiviteiten zoals het opmaken van een proces-verbaal of van een boeterapport gevolgd door oplegging van een bestuurlijke sanctie.
Zie voor voorbeelden van doorberekening van kosten die verband houden met nalevingstoezicht en repressieve handhaving artikel 6, tweede lid, tweede zin, van de Wet op de kansspelen en artikel 19, tweede en derde lid, van de Geneesmiddelenwet.