Einde inhoudsopgave
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
Artikel 8 [Rechtsmacht op grond van forumkeuze. Belang. Beperkingen]
Geldend
Geldend vanaf 15-10-2005
- Redactionele toelichting
Op de verdere behandeling door een gerecht van zaken die op de datum van inwerkingtreding van deze wijziging bij dat gerecht aanhangig zijn, blijft het recht van toepassing zoals het gold voor de datum van inwerkingtreding van deze wijziging. Op de mogelijkheid van en de termijn voor het aanwenden van een rechtsmiddel tegen een beslissing van een gerecht, die voor de datum van inwerkingtreding in deze wijziging is tot stand gekomen, blijft het recht van toepassing zoals het gold voor de datum van inwerkingtreding van deze wijziging.
- Bronpublicatie:
08-09-2005, Stb. 2005, 455 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken: 28863)
- Inwerkingtreding
15-10-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-09-2005, Stb. 2005, 484 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
1.
De Nederlandse rechter heeft rechtsmacht indien partijen met betrekking tot een bepaalde rechtsbetrekking die tot hun vrije bepaling staat, bij overeenkomst een Nederlandse rechter of de Nederlandse rechter hebben aangewezen voor de kennisneming van geschillen welke naar aanleiding van die rechtsbetrekking zijn ontstaan of zullen ontstaan, tenzij daarvoor geen redelijk belang aanwezig is.
2.
De Nederlandse rechter heeft geen rechtsmacht indien partijen met betrekking tot een bepaalde rechtsbetrekking die tot hun vrije bepaling staat, bij overeenkomst een rechter of de rechter van een vreemde staat bij uitsluiting hebben aangewezen voor de kennisneming van geschillen welke naar aanleiding van die rechtsbetrekking zijn ontstaan of zullen ontstaan.
3.
Een overeenkomst als bedoeld in het tweede lid laat de rechtsmacht van de Nederlandse rechter onverlet indien de zaak een individuele arbeidsovereenkomst betreft of een overeenkomst als bedoeld in artikel 6, onder d.
4.
Het derde lid vindt geen toepassing indien:
- a.
de in het tweede lid bedoelde overeenkomst is aangegaan na het ontstaan van het geschil, of
- b.
de werknemer, of de partij die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf, zich op de overeenkomst beroept om zich tot de rechter van een vreemde staat te wenden.
5.
Een overeenkomst als bedoeld in het eerste of het tweede lid wordt bewezen door een geschrift. Daarvoor is voldoende een geschrift dat een dergelijk beding bevat of dat verwijst naar algemene voorwaarden die een dergelijk beding bevatten, mits dat geschrift door of namens de wederpartij uitdrukkelijk of stilzwijgend is aanvaard.
6.
Een overeenkomst als bedoeld in het eerste of het tweede lid dient als een afzonderlijke overeenkomst te worden beschouwd en beoordeeld. De aangewezen rechter is bevoegd te oordelen over de rechtsgeldigheid van de hoofdovereenkomst waarvan een overeenkomst als bedoeld in het eerste of het tweede lid deel uitmaakt of waarop zij betrekking heeft.