Einde inhoudsopgave
Algemeen Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Marokko [Vertaling]
Artikel 35d
Geldend
Geldend vanaf 01-06-2022
- Redactionele toelichting
Wordt voorlopig toegepast met ingang van 01-01-2021.
- Bronpublicatie:
04-06-2016, Trb. 2016, 101 (uitgifte: 15-07-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-06-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-05-2022, Trb. 2022, 47 (uitgifte: 31-05-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationale sociale zekerheid / Algemeen
a.
In afwijking van artikel 5, eerste lid, heeft een persoon geen recht meer op kinderbijslag van een Verdragsluitende Partij uit hoofde van dit Verdrag voor kinderen die per 2 januari 2021 op het grondgebied van de andere Verdragsluitende Partij wonen.
b.
De bepalingen van het bovenstaande lid a zijn niet van toepassing op een persoon die op 1 januari 2021 kinderbijslag ontvangt voor kinderen die op het grondgebied van de andere Verdragsluitende Partij wonen, zolang het kind blijft wonen op het grondgebied van de andere Verdragsluitende Partij waar het kind zich bevindt op 1 januari 2021 en voor zover de rechthebbende en het kind zonder onderbreking blijven voldoen aan de andere voorwaarden voor het recht op kinderbijslag.
c.
Het overbrengen van de gebruikelijke woonplaats van het kind van het grondgebied van de ene Verdragsluitende Partij naar het grondgebied van de andere Verdragsluitende Partij na 1 januari 2021 maakt een einde aan het recht op kinderbijslag krachtens dit Verdrag. Zij ontvangen deze kinderbijslag echter indien zij voldoen aan de voorwaarden die worden gesteld door de wetgeving van de Partij waar zij wonen.