NJ 2010/495
Ontslag kennelijk onredelijk?; ‘gevolgencriterium’; maatstaf; passeren essentiële stelling; verplichting extra inspanning m.b.t. herplaatsing boventallige werknemer met lichamelijke beperking.
HR 21-05-2010, ECLI:NL:HR:2010:BL6075, m.nt. G.J.J. Heerma van Voss
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 mei 2010
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein, C.A. Streefkerk, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
09/01107
- Conclusie
A-G Spier
- Noot
G.J.J. Heerma van Voss
- LJN
BL6075
- JCDI
JCDI:ADS161222:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BL6075, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑05‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BL6075, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑02‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑02‑2009
- Wetingang
BW art. 7:681
Essentie
Ontslag kennelijk onredelijk?; ‘gevolgencriterium’; maatstaf; passeren essentiële stelling; verplichting extra inspanning m.b.t. herplaatsing boventallige werknemer met lichamelijke beperking.
Bij de beantwoording van de vraag of een ontslag kennelijk onredelijk is op grond van het gevolgencriterium van art. 7:681 lid 2, aanhef en onder b, BW is de situatie ten tijde van het ingaan van het ontslag beslissend en mag met latere omstandigheden slechts rekening worden gehouden voor zover daaruit aanknopingspunten zijn af te leiden met betrekking tot hetgeen bij het eindigen van het dienstverband voorzienbaar was. Het hof heeft zijn oordeel dat geen sprake was van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.