NJ 1961/167
Rekening- en verantwoordingsprocedure. Schrijft art. 779 Bv. voor alle gevallen dwingend voor, dat een saldo wordt vastgesteld?
HR 21-03-1958, ECLI:NL:HR:1958:52, m.nt. Mr. D.J. Veegens
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 maart 1958
- Magistraten
Mrs. Donner, Smits, de Jong, Hülsmann en Petit
- Zaaknummer
[21031958/NJ_1961-167]
- Conclusie
Mr. s'Jacob
- Noot
Mr. D.J. Veegens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS138618:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1958:52, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑03‑1958
- Wetingang
Essentie
Rekening- en verantwoordingsprocedure. Schrijft art. 779 Bv. voor alle gevallen dwingend voor, dat een saldo wordt vastgesteld?
Samenvatting
De omvang van den verantwoordingsplicht en daarmede de inhoud van de rekening tot het doen waarvan de rekenplichtige wordt veroordeeld, hangen af van de rechtsverhouding waaruit de rekenplicht voortvloeit en van de omstandigheden.
De rechtsverhouding en de omstandigheden brengen niet altijd mee, dat een slotsom van gedane ontvangsten en uitgaven moet worden bepaald.
Art. 779 Rv. mag daarom niet worden gezien als een dwingend voorschrift voor alle gevallen waarin de rekeningprocedure toepassing vindt maar als een regel voor het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.