Einde inhoudsopgave
Instellingswet Autoriteit Consument en Markt
Artikel 6a
Geldend
Geldend vanaf 18-06-2015. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2015
- Bronpublicatie:
04-06-2015, Stb. 2015, 212 (uitgifte: 17-06-2015, kamerstukken: 34024)
- Inwerkingtreding
18-06-2015, terugwerkend tot: 01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-06-2015, Stb. 2015, 212 (uitgifte: 17-06-2015, kamerstukken: 34024)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Bestuur
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
De kosten van de Autoriteit Consument en Markt die samenhangen met de uitvoering van de taken, bedoeld in artikel 2, tweede lid, worden ten laste gebracht van marktorganisaties, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald.
2.
De kosten van de Autoriteit Consument en Markt die samenhangen met het uit eigen beweging doen van marktonderzoeken en maken van rapportages, bedoeld in artikel 2, vierde lid, met de behandeling van bezwaar- en beroepschriften, met het sanctioneren van overtredingen waaronder het nemen en bekendmaken van besluiten omtrent het opleggen van bestuurlijke sancties en bindende aanwijzingen, met werkzaamheden die uitsluitend ten behoeve van andere overheidsorganisaties worden verricht, en met het geven van deskundige raad aan Onze Minister of Onze Minister van Infrastructuur en Milieu worden niet ten laste gebracht van marktorganisaties.
3.
De kosten van de Autoriteit Consument en Markt die samenhangen met het nemen en bekendmaken van besluiten, niet zijnde beschikkingen, en het toezicht op de naleving van wettelijke voorschriften worden niet ten laste van marktorganisaties gebracht indien:
- a.
de desbetreffende werkzaamheden niet gericht zijn op het tot stand brengen van marktordening of er geen sprake is van een voldoende afgebakende groep marktorganisaties die van de werkzaamheden profijt hebben, of
- b.
de baten naar verwachting niet opwegen tegen de kosten van de Autoriteit Consument en Markt om de in de aanhef bedoelde kosten ten laste te brengen van marktorganisaties.
4.
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen andere kosten worden aangewezen die in afwijking van het eerste lid niet ten laste van marktorganisaties worden gebracht.
5.
De systematiek volgens welke de kosten worden bepaald en ten laste worden gebracht van marktorganisaties houdt in dat:
- a.
ten hoogste de door de Autoriteit Consument en Markt gemaakte kosten ten laste van marktorganisaties worden gebracht,
- b.
zowel directe als indirecte kosten ten laste van marktorganisaties kunnen worden gebracht,
- c.
de kosten van de Autoriteit Consument en Markt die samenhangen met de uitvoering van een taak voor een specifieke sector uitsluitend ten laste worden gebracht van marktorganisaties in die sector, en
- d.
de kosten samenhangend met het geven van een beschikking of met de behandeling van een aanvraag van een marktorganisatie tot het geven van een beschikking ten laste kunnen worden gebracht van de marktorganisatie aan wie de beschikking is gericht of die de aanvraag heeft gedaan.
6.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over de systematiek volgens welke de kosten worden bepaald en ten laste gebracht van marktorganisaties en regels over de in dat kader door marktorganisaties aan de Autoriteit Consument en Markt te verstrekken gegevens. In die maatregel kan worden bepaald dat voor daarbij aan te wijzen categorieën van besluiten van de Autoriteit Consument en Markt de gemiddelde kosten van een desbetreffend besluit ten laste van een marktorganisatie worden gebracht.
7.
De bedragen die de Autoriteit Consument en Markt ter vergoeding van de kosten aan marktorganisaties in rekening brengt worden bij ministeriële regeling vastgesteld.
8.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat, ten behoeve van een geleidelijke overgang naar de op basis van de voorgaande leden aan marktorganisaties in rekening te brengen vergoedingen, gedurende een periode van ten hoogste drie jaren na inwerkingtreding van dit artikel andere bedragen in rekening worden gebracht. Daarbij kan gedifferentieerd worden naar marktsector.
9.
De Autoriteit Consument en Markt kan de door marktorganisaties verschuldigde bedragen invorderen bij dwangbevel. Titel 4.4, met uitzondering van de artikelen 4:85 en 4:95, van de Algemene wet bestuursrecht is, voor zover al niet van toepassing, van overeenkomstige toepassing.
10.
Voor zover een door de Autoriteit Consument en Markt in rekening gebracht bedrag verplicht tot betaling van een geldsom, komt deze geldsom toe aan de Staat der Nederlanden.