Einde inhoudsopgave
Instellingswet Bijstandkorps burgerlijke rijksambtenaren bestemd voor dienst in Nederlands-Nieuw-Guinea
Artikel 6
Geldend
Geldend vanaf 25-09-1962
- Bronpublicatie:
25-05-1962, Stb. 1962, 196 (uitgifte: 12-06-1962, kamerstukken: 6502 )
- Inwerkingtreding
25-09-1962
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-09-1962, Stb. 1962, 360 (uitgifte: 01-01-1962, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden ten aanzien van de leden van het Bijstandkorps, de Centrale Commissie voor Georganiseerd Overleg in Ambtenarenzaken gehoord, voorschriften vastgesteld betreffende:
- a.
aanstelling, schorsing en ontslag;
- b.
bij aanstelling toe te kennen voorlopige wedde;
- c.
uitzending en terbeschikkingstelling en daarmede verband houdende rechten en verplichtingen;
- d.
wedde — waarin een vergoeding voor expatriatie is begrepen — en toelagen;
- e.
aanspraken in geval van ziekte;
- f.
buiten Nederlands-Nieuw-Guinea door te brengen verloven;
- g.
aanspraken in het geval dat de bestemming in Nederlands-Nieuw-Guinea vervalt;
- h.
aanspraken bij ontslag;
- i.
de beperking van cumulatie van aanspraken op wedde, bezoldiging, vergoedingen en andere financiële aanspraken, welke de leden van het Bijstandkorps als zodanig en uit hoofde van het door hen beklede ambt van Nederlands-Nieuw-Guinea hetzij onder gelijke benaming, hetzij onder andere benaming bezitten;
- j.
instelling van een bijzondere commissie van overleg in Nederlands-Nieuw-Guinea.
2.
Op gelijke wijze als in het eerste lid is bepaald kunnen ten aanzien van de leden van het Bijstandkorps voorschriften worden vastgesteld betreffende andere onderdelen van de rechtspositie dan die, welke in dat lid zijn genoemd.