Einde inhoudsopgave
Regeling op het specifiek cultuurbeleid
Artikel 3.2 Definities
Geldend
Geldend vanaf 29-11-2023
- Redactionele toelichting
Hoofdstuk 3, zoals dat luidde op 28-11-2023, blijft van toepassing op de subsidies verstrekt op grond van artikel 4a van de Wet op het specifiek cultuurbeleid voor de jaren 2021 tot en met 2024.
- Bronpublicatie:
20-11-2023, Stcrt. 2023, 32605 (uitgifte: 28-11-2023, regelingnummer: WJZ/42300229)
- Inwerkingtreding
29-11-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-11-2023, Stcrt. 2023, 32605 (uitgifte: 28-11-2023, regelingnummer: WJZ/42300229)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
Brabantstad: gemeente Breda, gemeente ’s-Hertogenbosch, gemeente Eindhoven, gemeente Helmond of gemeente Tilburg, dan wel een randgemeente daarvan, voor zover in de provincie Noord-Brabant gelegen;
grote gemeente: gemeente Amsterdam, gemeente Rotterdam of gemeente Den Haag;
kernpunt: gemeente Groningen, gemeente Arnhem, gemeente Utrecht, gemeente Maastricht, gemeente Den Haag, gemeente Rotterdam, gemeente Amsterdam of Brabantstad;
ontwerp: architectuur, digitale cultuur of vormgeving;
ontwerpsector: sector die zich bezighoudt met ontwerp;
podium: voorziening in een gebouw die bestemd of geschikt is voor de presentatie van podiumkunsten;
regio Noord: provincies Groningen, Friesland en Drenthe;
regio Oost: provincies Overijssel en Gelderland;
regio Midden: provincies Flevoland en Utrecht;
regio Zuid: provincies Zeeland, Noord-Brabant en Limburg;
sectorcollectie: voor het cultuurbestel relevante verzameling of archieven, niet zijnde museale cultuurgoederen van de Staat of andere cultuurgoederen als bedoeld in artikel 2.8 van de Erfgoedwet;
standplaats: gemeente waar de instelling haar huisvesting heeft en in de lokale culturele infrastructuur is ingebed.