WR 2020/8
Woonruimte: voortzetting huur sociale huurwoning door zoon na overlijden moeder/huurster; duurzame en gemeenschappelijke huishouding; daarnaast mantelzorger
Rb. Amsterdam 29-07-2019, ECLI:NL:RBAMS:2019:5590
- Instantie
Rechtbank Amsterdam
- Datum
29 juli 2019
- Magistraten
Mr. T.M.A. van Löben Sels
- Zaaknummer
7434672 CV EXPL 18-28854
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS182263:1
- Vakgebied(en)
Huurrecht / Huur van woonruimte
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBAMS:2019:5590, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam, 29‑07‑2019
- Wetingang
(Art. 7:268 lid 2 BW)
Essentie
Woonruimte: voortzetting huur sociale huurwoning door zoon na overlijden moeder/huurster; duurzame en gemeenschappelijke huishouding; daarnaast mantelzorger
Samenvatting
De duurzaamheid van een duurzame gemeenschappelijke huishouding in de zin van art. 7:268 lid 2 BW wordt bepaald door objectieve factoren, zoals de duur die de gemeenschappelijke huishouding reeds kent, en subjectieve, zoals de bedoeling van de betrokkenen. Bij de beoordeling of sprake is van een gemeenschappelijke huishouding moeten alle omstandigheden van het geval in onderling verband worden gewaardeerd. Daarbij kan mede van belang zijn dat de huurder en die andere persoon gezamenlijk voorzien in de kosten van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.