Einde inhoudsopgave
Verdrag van de Raad van Europa inzake de bescherming van kinderen tegen seksuele uitbuiting en seksueel misbruik
Artikel 10 Nationale maatregelen inzake coördinatie en samenwerking
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2010
- Bronpublicatie:
25-10-2007, Trb. 2008, 58 (uitgifte: 02-04-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-11-2009, Trb. 2010, 2010/156 (uitgifte: 17-05-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Preventie
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
1.
Elke Partij neemt de maatregelen die nodig zijn om de coördinatie op nationaal of lokaal niveau te waarborgen tussen de verschillende instellingen die verantwoordelijk zijn voor de bescherming tegen, voorkoming en bestrijding van de seksuele uitbuiting en het seksueel misbruik van kinderen, met name de sectoren onderwijs, gezondheid en sociale dienstverlening en de rechtshandhavende en gerechtelijke autoriteiten.
2.
Elke Partij neemt de wetgevende of andere maatregelen die nodig zijn om het volgende in te stellen of aan te wijzen:
- a.
onafhankelijke bevoegde nationale of lokale instellingen voor de bevordering en bescherming van de rechten van het kind, waarbij gewaarborgd wordt dat deze over specifieke middelen en verantwoordelijkheden beschikken;
- b.
mechanismen voor het verzamelen van gegevens of contactpunten, op nationaal of lokaal niveau en in samenwerking met het maatschappelijk middenveld, met als doel het onderzoeken en evalueren van het verschijnsel seksuele uitbuiting en seksueel misbruik van kinderen, met inachtneming van de vereisten inzake de bescherming van persoonsgegevens.
3.
Elke Partij moedigt de samenwerking aan tussen de bevoegde overheidsinstanties, het maatschappelijk middenveld en de particuliere sector, met als doel effectievere preventie en bestrijding van seksuele uitbuiting en seksueel misbruik van kinderen.