Regeling vrijstelling overdrachtsbelasting stedelijke herstructurering
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2013
- Bronpublicatie:
10-06-2013, Stcrt. 2013, 15953 (uitgifte: 25-06-2013, regelingnummer: DB2013-301M)
- Inwerkingtreding
01-07-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-06-2013, Stcrt. 2013, 15953 (uitgifte: 25-06-2013, regelingnummer: DB2013-301M)
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Belastingen van rechtsverkeer (V)
Invordering (V)
1.
De belasting die door toepassing van deze regeling niet is geheven, is alsnog verschuldigd:
- a.
voor zover de onroerende zaken niet meer in het kader van het herstructureringsplan worden of zijn aangewend; of
- b.
voor zover het herstructureringsplan is voltooid en de daarin betrokken onroerende zaken niet binnen een redelijke termijn worden toegedeeld aan de vennoten van de wijkontwikkelingsmaatschappij, dan wel aan hen of aan derden worden overgedragen.
2.
De wijkontwikkelingsmaatschappij stelt de inspecteur onverwijld in kennis zodra een omstandigheid als bedoeld in het eerste lid zich voordoet.
3.
De Minister voor Wonen en Rijksdienst trekt de aanwijzing als bedoeld in artikel 2, tweede lid, in indien geen uitvoering meer wordt gegeven aan het herstructureringsplan.