NJ 1939/396
HR, 11-11-1938
HR 11-11-1938, ECLI:NL:HR:1938:8
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 november 1938
- Magistraten
Mrs. Jhr. Feith, van Gelein Vitringa, Kirberger, Fick, Nypels
- Zaaknummer
[11111938/NJ_1939-396]
- JCDI
JCDI:ADS130773:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1938:8, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑11‑1938
- Wetingang
Samenvatting
ROL N°. 7380. Waar art. 269, tweede lid, B. W. bepaalt, dat tegen de beschikkingen in het eerste lid genoemd geenerlei voorziening is toegelaten, behoeft het geen betoog, dat evenmin voorziening is toegelaten tegen interlocutoire beslissingen genomen ter instructie van die in het eerste lid genoemde beschikkingen.
Uit deze beslissing volgt, dat eischeres bij de andere cassatiemiddelen geen belang heeft.
Partij(en)
ROL N°. 7358. M. W., echtgenoote van W. E. L., rechtens wonende te IJsselmonde, feitelijk verblijf houdende te ‘s-Gravenhage, eischeres tot cassatie van een op 19 November 1937 door het Gerechtshof te ‘s-Gravenhage tusschen partijen gewezen arrest, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.