Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 1
Artikel 95 [Zaaksvervanging. Vergoeding]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2012
- Redactionele toelichting
Op een gemeenschap van goederen, ontstaan vóór de inwerkingtreding van deze wijziging, blijft het recht van toepassing zoals dat gold onmiddellijk voorafgaande aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze wijziging.
- Bronpublicatie:
27-10-2011, Stb. 2011, 505 (uitgifte: 08-11-2011, kamerstukken: 32870)
18-04-2011, Stb. 2011, 205 (uitgifte: 10-05-2011, kamerstukken: 28867)
- Inwerkingtreding
01-01-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-11-2011, Stb. 2011, 532 (uitgifte: 18-11-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
20-06-2011, Stb. 2011, 335 (uitgifte: 05-07-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Gemeenschap
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
1.
Een goed dat een echtgenoot anders dan om niet verkrijgt, blijft buiten de gemeenschap indien de tegenprestatie bij de verkrijging van dit goed voor meer dan de helft ten laste komt van zijn eigen vermogen. Voor zover de tegenprestatie ten laste van de gemeenschap komt, is de echtgenoot gehouden tot een vergoeding aan de gemeenschap. Het beloop van de vergoeding wordt bepaald overeenkomstig artikel 87, tweede en derde lid.
2.
Indien een goed tot de gemeenschap gaat behoren en een echtgenoot bij de verkrijging uit zijn eigen vermogen aan de tegenprestatie heeft bijgedragen, komt deze echtgenoot een vergoedingsvordering toe, waarvan het beloop overeenkomstig artikel 87, tweede en derde lid, wordt bepaald.