Rb. Gelderland, 16-01-2020, nr. C/05/364906 / FZ RK 20/78
ECLI:NL:RBGEL:2020:1061
- Instantie
Rechtbank Gelderland
- Datum
16-01-2020
- Zaaknummer
C/05/364906 / FZ RK 20/78
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBGEL:2020:1061, Uitspraak, Rechtbank Gelderland, 16‑01‑2020; (Beschikking)
Uitspraak 16‑01‑2020
Inhoudsindicatie
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel. Officier van justitie ontvankelijk.
Partij(en)
beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Familie- en jeugdrecht
Zittingsplaats: Zutphen
Zaakgegevens: C/05/364906 / FZ RK 20/78
Datum mondelinge uitspraak: 16 januari 2020
schriftelijke uitwerking van de mondelinge uitspraak machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betokkene] ,
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] [postcode] [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. S.A.H. Kool te Doetinchem.
1. Procesverloop
1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 14 januari 2020, heeft de officier van justitie verzocht om verlenging van de op 13 januari 2020 opgelegde crisismaatregel.
1.2.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de medische verklaring van 13 januari 2020;
- historisch overzicht;
- episode journaal;
- een afschrift, met bijlage, van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel van 13 januari 2020;
- informatierapport CM/ZM;
- uittreksel justitiële documentatie.
1.3.
De advocaat van betrokkene heeft ter zitting de beslissing tot het verlenen van verplichte zorg (art. 8:9 Wvggz) overgelegd.
1.4.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 16 januari 2020, op de locatie (GGNet, RGC Doetinchem, Kruisbergseweg 29, 7009 BL Doetinchem).
1.5.
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- mr. Kool namens betrokkene;
- drs. B.C.J. van den Bosch, als psychiater verbonden aan GGNet;
- de moeder van betrokkene.
1.6.
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig is, is de officier van justitie niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling.
1.7.
De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene niet in staat was zich te doen horen. Zij kon niet goed antwoord geven op de door de rechtbank gestelde vragen. De rechtbank heeft vervolgens – na afstemming met de advocaat van betrokkene – de zitting elders voortgezet.
2. Ontvankelijkheid
2.1.
Namens betrokkene heeft de advocaat verzocht de officier van justitie niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel, omdat de medische verklaring niet door een onafhankelijke psychiater is opgesteld nu hij bij de behandeling betrokken is geweest.
2.2.
De rechtbank overweegt als volgt. In de medische verklaring heeft de rapporterend psychiater vermeld dat hij betrokkene op 12 januari 2020 heeft gezien. Het toestandsbeeld was toen gelijk aan dat van 13 januari 2013. Echter, was er toen nog samenwerking mogelijk. Betrokkene heeft toen de aangeboden medicatie ingenomen. In verband met het proportionaliteitsprincipe is er toen voor gekozen om betrokkene bij ouders te laten verblijven en met medicatie het gevaar af te wenden. In de loop van de nacht van 13 januari 2020 bleek dat dit onvoldoende effect had.
2.3.
De behandelend psychiater heeft ter zitting verklaard dat er sprake is geweest van een typefout. De sociaal psychiatrisch verpleegkundige heeft betrokkene op 12 januari 2020 gezien en de rapporterend psychiater geraadpleegd, omdat hij op dat moment piketdienst had. De rapporterend psychiater heeft betrokkene twee keer gezien in zijn dienst. De eerste keer op 12 januari 2020 en de tweede keer op 13 januari 2020. De rechtbank is van oordeel dat in dit geval niet van een zodanig ontbreken van onafhankelijkheid kan worden gesproken dat dit opweegt tegen het belang voor betrokkene dat onverwijld rechterlijke toetsing plaatsvindt van zowel de onvrijwillige opname als de andere vormen van verplichte zorg, en om die reden zal de rechtbank het verzoek van betrokkene om de officier van justitie niet-ontvankelijk te verklaren, verwerpen.
3. Beoordeling
3.1.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in:
- ernstig lichamelijk letsel;
- betrokkene roept met hinderlijk gedrag agressie van een ander op.
3.2.
Het ernstig vermoeden bestaat dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de vorm van (manisch) psychotische symptomen met achterdocht, vreemd gedrag en angsten. De behandelend psychiater heeft ter zitting verklaard dat momenteel wordt gezien dat er sprake is van bipolaire stemmingsstoornissen. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
3.3.
Betrokkene heeft de afgelopen dagen nauwelijks geslapen. Er is bij haar sprake van een psychotisch toestandsbeeld, waarbij de realiteitstoetsing ernstig verstoord is geraakt. Daarnaast is betrokkene erg angstig. Vanuit de verstoorde realiteitstoetsing en haar angst, ontstaat er gevaarlijk gedrag voor haar en haar omgeving. Zo heeft betrokkene haar ouders hardhandig vastgepakt en haar vader bij de keel gegrepen. Ook is zij in het donker een doorgaande weg opgelopen.
3.4.
De rechtbank is van oordeel dat de in de crisismaatregel genoemde zorg, te weten:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- opnemen in een accommodatie,
noodzakelijk is om het nadeel af te wenden. Betrokkene verzet zich tegen deze zorg.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
3.5.
De rechtbank merkt op dat de behandelend psychiater ter zitting heeft verklaard dat het niet de verwachting is dat vocht en voeding toegediend gaan worden. Wel heeft hij aangegeven dat hij daarnaast nog een andere vorm van verplichte zorg wil toevoegen, namelijk ‘onderzoek aan kleding of lichaam’. Betrokkene wil geen medicatie nemen, waardoor er moet worden gecontroleerd of zij dit neemt. De rechtbank zal daarom ook deze vorm van verplichte zorg opnemen.
3.6.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
3.7.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden.
4. Beslissing
De rechtbank:
4.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel met de vormen van verplichte zorg zoals hierboven onder 3.4 en 3.5 zijn genoemd ten aanzien van
[betokkene] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ;
4.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 6 februari 2020.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 16 januari 2020 door mr. K. Blankman, rechter, in tegenwoordigheid van [griffier] , griffier, en op 24 januari 2020 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend. | ||
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.