Einde inhoudsopgave
Richtsnoeren 2022/C 80/01 staatssteun ten behoeve van milieubescherming en energie 2022
90
Geldend
Geldend vanaf 18-02-2022
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging en inwerkingtreding is de datum van het Publicatieblad.
- Bronpublicatie:
18-02-2022, PbEU 2022, C 80 (uitgifte: 18-02-2022, regelingnummer: 2022/C 80/01)
- Inwerkingtreding
18-02-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-02-2022, PbEU 2022, C 80 (uitgifte: 18-02-2022, regelingnummer: 2022/C 80/01)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Mededingingsrecht / EU-mededingingsrecht
Staatssteun (V)
Energierecht / Algemeen
De lidstaat moet, zoals vereist in punt 38, aantonen dat steun noodzakelijk is voor de voorgenomen activiteiten, rekening houdende met het nulscenario (1) alsmede de betrokken kosten en opbrengsten, met inbegrip van die in verband met het emissiehandelssysteem en de in punt 89 genoemde daarmee samenhangende beleidslijnen en maatregelen. Wanneer er grote onzekerheid bestaat over de toekomstige marktontwikkelingen met betrekking tot een groot deel van de businesscase (zoals het geval kan zijn bij investeringen in hernieuwbare energie waarbij de inkomsten uit elektriciteit niet gekoppeld zijn aan de inputkosten), kan steun in de vorm van een bepaalde gegarandeerde vergoeding om de blootstelling aan negatieve scenario's te beperken, noodzakelijk worden geacht om ervoor te zorgen dat de particuliere investering plaatsvindt. In dergelijke gevallen kunnen beperkingen van de winstgevendheid en/of terugvorderingen gekoppeld aan mogelijke positieve scenario's nodig zijn om de evenredigheid te waarborgen.
Voetnoten
Het nulscenario is de activiteit die de begunstigde zou hebben uitgevoerd indien er geen steun was toegekend. In sommige gevallen kan decarbonisatie gepaard gaan met een investering in een minder milieuvriendelijk alternatief. In andere gevallen kan er geen of een uitgestelde investering mee gemoeid zijn, maar kan het bijvoorbeeld gaan om exploitatiebeslissingen die minder milieuvoordelen opleveren, zoals de voortzetting van de exploitatie van bestaande faciliteiten ter plaatse en/of de aankoop van energie.