V-N 2016/45.11
Toerekening winsten aan vaste vertegenwoordiger. Hof toetst voortvarendheidseis volgens A-G over verkeerde periode
HR (A-G) 07-07-2016, ECLI:NL:PHR:2016:787, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
- Datum
7 juli 2016
- Zaaknummer
15/02203
- Conclusie
A-G Niessen
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS924402:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Aanslag
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:671, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑04‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑07‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:787, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑07‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑07‑2016
- Wetingang
art. 16 AWR
Essentie
Advocaat-generaal Niessen concludeert dat het Hof de voortvarendheid over een onjuiste periode heeft getoetst. Hierdoor is het oordeel van het hof onvoldoende gemotiveerd.
Samenvatting
Belanghebbende is woonachtig in België en heeft samen met zijn in Nederland woonachtige zakenpartner (als bedrijvendokters) een aantal transacties met betrekking tot de aan- en verkoop dan wel herstructurering van Nederlandse bedrijven verricht. Daarbij is gebruik gemaakt van verschillende entiteiten in onder andere Nederland, de voormalige Nederlandse Antillen en de British Virgin Islands. Naar aanleiding van een boekenonderzoek dat in 2002 is aangevangen, heeft de inspecteur zich op het standpunt gesteld dat niet die ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.