Einde inhoudsopgave
Richtlijn 1999/74/EG tot vaststelling van minimumnormen voor de bescherming van legkippen
Artikel 5
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2014
- Bronpublicatie:
17-12-2013, PbEU 2013, L 353 (uitgifte: 28-12-2013, regelingnummer: 2013/64/EU)
- Inwerkingtreding
01-01-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-12-2013, PbEU 2013, L 353 (uitgifte: 28-12-2013, regelingnummer: 2013/64/EU)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Douane (V)
1.
De lidstaten zien erop toe dat alle in dit hoofdstuk bedoelde kooien vanaf 1 januari 2003 ten minste voldoen aan de volgende eisen:
- 1.
De legkippen moeten elk beschikken over een kooioppervlakte van ten minste 550 cm2, horizontaal gemeten, die vrij beschikbaar is, en waarin met name niet zijn meegerekend de antimorsranden bij de voergoot die de beschikbare oppervlakte kunnen beperken.
- 2.
Er moet een vrij beschikbare voederbak aanwezig zijn, met een lengte van ten minste 10 cm vermenigvuldigd met het aantal kippen in de kooi.
- 3.
Tenzij er drinknippels of drinkbakjes gemonteerd zijn, moet in elke kooi een continu werkende drinkgoot met dezelfde lengte als de in punt 2 bedoelde voederbak aanwezig zijn. Bij waterverstrekking via nippels of drinkwaterbakjes moeten ten minste twee nippels of twee drinkbakjes per kooi bereikbaar zijn.
- 4.
De kooien moeten over 65 % van de kooioppervlakte ten minste 40 cm hoog zijn en mogen nergens lager zijn dan 35 cm.
- 5.
De bodem van de kooien moet zo geconstrueerd zijn dat daarop alle naar voren gerichte tenen van beide poten behoorlijk kunnen steunen. De bodemhelling mag niet meer bedragen dan 14 % of 8 graden. Voor bodems waarin ander dan rechthoekig draadgaas wordt gebruikt, kunnen de lidstaten een steilere helling toestaan.
- 6.
De kooien moeten uitgerust zijn met passende voorzieningen om het doorgroeien van de nagels tegen te gaan.
2.
De lidstaten zien erop toe dat het houden van kippen in de in dit hoofdstuk bedoelde kooien met ingang van 1 januari 2012 verboden wordt. Bovendien is het bouwen of voor het eerst in gebruik nemen van de in dit hoofdstuk bedoelde kooien met ingang van 1 januari 2003 verboden.
3.
In afwijking van lid 2 mogen legkippen in Mayotte als ultraperifeer gebied in de zin van artikel 349 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna ‘Mayotte’) verder worden gehouden in kooien als bedoeld in dit hoofdstuk tot en met 31 december 2017.
Het bouwen of voor het eerst in gebruik nemen van de in dit hoofdstuk bedoelde kooien is met ingang van 1 januari 2014 verboden in Mayotte.
Eieren afkomstig van houderijen die legkippen houden in kooien als bedoeld in dit hoofdstuk, mogen enkel op de plaatselijke markt van Mayotte worden verhandeld. Deze eieren en de verpakkingen daarvan worden duidelijk geïdentificeerd met een speciaal merk, zodat de noodzakelijke controles kunnen plaatsvinden. Een duidelijke beschrijving van dit speciale merk wordt uiterlijk op 1 januari 2014 aan de Commissie meegedeeld.