NJ 1964/372
Mogelijkheid van bewijslevering na cassatie en verwijzing door de Hoge Raad. Beperking aantastbaarheid boedelscheiding wegens benadeling. Actie uit onr. daad tegen derde. (Vervolg op H. B. 15 mei 1959, N. J. 1959, no. 540).
HR 14-12-1962, ECLI:NL:HR:1962:43, m.nt. Prof. Mr. J.H. Beekhuis
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 december 1962
- Magistraten
Mrs. Smits, de Jong, Wiarda, Houwing en Hülsmann
- Zaaknummer
[14121962/NJ_1964-372]
- Conclusie
Mr. Langemeijer
- Noot
Prof. Mr. J.H. Beekhuis
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS140248:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1962:43, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑12‑1962
- Wetingang
(Rv art. 424; BW art. 1158-1166.)
Essentie
Mogelijkheid van bewijslevering na cassatie en verwijzing door de Hoge Raad. Beperking aantastbaarheid boedelscheiding wegens benadeling. Actie uit onr. daad tegen derde. (Vervolg op H. B. 15 mei 1959, N. J. 1959, no. 540).
Samenvatting
Na een casserend arrest van de Hoge Raad, waarbij de zaak naar het Hof wordt terugverwezen, zal het Hof partijen, zo deze voor hun nog niet onderzochte stellingen, welke door de verwijzing relevant zijn geworden, tevoren bewijs hadden aangeboden, tot dat bewijs moeten toelaten. Voor zover zij geen bewijsaanbod hebben gedaan zal het Hof haar het bewijs van zodanige stellingen ook ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.