Rb. Zeeland-West-Brabant, 30-09-2014, nr. AWB-12, 4913
ECLI:NL:RBZWB:2014:6785
- Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum
30-09-2014
- Zaaknummer
AWB-12_4913
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBZWB:2014:6785, Uitspraak, Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 30‑09‑2014; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
- Wetingang
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992
- Vindplaatsen
Uitspraak 30‑09‑2014
Inhoudsindicatie
BPM Tweedehands kampeerauto. Voor de heffing van Bpm bij kampeerauto’s die zijn gebouwd op het chassis van een gesloten bestelauto, mag worden uitgegaan van de cataloguswaarde van die bestelauto (Besluit van 14 december 2010, DGB2010/7686M). De rechtbank is van oordeel dat bij invoer van een tweedehands kampeerauto voor de Bpm niet mag worden aangesloten bij de inkoopprijs voor een gebruikte bestelauto maar dat rekening moet worden gehouden met het gegeven dat kampeerauto’s minder plegen te worden gebruikt zodat de afschrijving lager is.
Partij(en)
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Belastingrecht, enkelvoudige kamer
Locatie: Breda
Procedurenummer AWB 12/4913
uitspraak van 30 september 2014
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 27d van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) in het geding tussen
[belanghebbende] , wonende te [woonplaats],
belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst,
de inspecteur.
De bestreden uitspraken op bezwaar
De in één geschrift vervatte uitspraken van de inspecteur van 12 september 2012 op het bezwaar van belanghebbende tegen de door hem op aangifte voldane Belasting van personenauto’s en motorrijwielen (Bpm) en de aan hem opgelegde naheffingsaanslag Bpm met kenmerk [kenmerk].
Zitting
Een eerste onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op de regiezitting van de meervoudige belastingkamer van 9 november 2012. Aldaar zijn verschenen en gehoord, de gemachtigde van belanghebbende, [gemachtigde ], verbonden aan [kantoornaam gemachtigde] te Bladel, tot bijstand vergezeld van [A], verbonden aan [kantoornaam A] te Best en van [B] en namens de inspecteur, [gemachtigden]. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt waarvan een afschrift op 13 november 2012 aan partijen is verzonden.
Een nader onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden door de enkelvoudige belastingkamer op 16 september 2014 te Breda. Aldaar zijn verschenen en gehoord, de gemachtigde van belanghebbende, [gemachtigde ], verbonden aan [kantoornaam gemachtigde] te Westerhoven, en namens de inspecteur, [gemachtigde ].
1. Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
2. Gronden
2.1.
Belanghebbende heeft ter zake van de registratie van een gebruikte personenauto (de kampeerauto) van het merk Ford Transit met identificatienummer [nummer] aangifte Bpm gedaan en € 7.853 Bpm voldaan op 16 mei 2011. De inspecteur heeft een naheffingsaanslag opgelegd ter zake van hetzelfde feit, van € 367.
2.2.
Belanghebbende heeft bij brief van 11 juni 2011 bezwaar gemaakt tegen de voldoening op aangifte en tegen de naheffingsaanslag. Bij uitspraken op bezwaar van 12 september 2012 is het bezwaar ongegrond verklaard.
2.3.
De kampeerauto is afkomstig uit Duitsland. Het chassis is gelijk aan dat van een gesloten bestelauto merk Ford Transit. Voor de heffing van Bpm in dit soort gevallen verwijzen partijen naar het Besluit van 14 december 2010, DGB2010/7686M (het Besluit) waarin de Staatssecretaris van Financiën heeft goedgekeurd dat de Bpm mag worden berekend over de catalogusprijs van een zoveel mogelijk met de verkregen kampeerauto vergelijkbare gesloten bestelauto. Niet in geschil is in dit geval dat dan uitgegaan moet worden van een Ford Transit 350L. Het geschil spitst zich toe op de afschrijving waarmee rekening gehouden moet worden in verband met de ouderdom van de auto. De datum van eerste toelating is 7 september 2010 en de datum van aangifte is 11 mei 2011.
2.4.
Niet in geschil is dat de nieuwwaarde van de auto – uitgaande van de gesloten bestelauto Ford Transit 350L en zonder rekening te houden met de uitrusting tot kampeerauto - € 28.350 is en de bruto Bpm € 10.960.
2.5.
Belanghebbende stelt de tweedehands inkoopwaarde voor handelaren op € 17.896. Dat bedrag baseert hij op een opgave van Dienst Importauto’s.nl waarbij wordt uitgegaan van een gesloten bestelauto Ford Transit 350L en een norm kilometerstand van 26.700.
2.6.
De inspecteur stelt dat niet uitgegaan mag worden van de inkoopwaarde van een gebruikte Ford Transit omdat met een “gewone” bestelauto in het algemeen veel meer kilometers worden gereden dan met een kampeerauto zodat de afschrijving op een gesloten bestelauto veel hoger is dan de afschrijving op een kampeerauto. De inspecteur heeft een afschrijving toegepast van 25% op basis van de tabel van artikel 10, tweede lid, Wet Bpm juncto art. 8 Uitvoeringsregeling Bpm 1992, tekst 2010 waarnaar in het Besluit wordt verwezen voor de bepaling van de Bpm bij gebruikte kampeerauto’s. De berekening van de inspecteur komt neer op een tweedehands inkoopwaarde van € 21.262.
2.7.
Uitgangspunt voor de heffing van Bpm bij tweedehands auto’s die in Nederland worden ingevoerd vanuit een andere EU-lidstaat is dat niet meer Bpm geheven mag worden dan de Bpm die nog drukt op vergelijkbare gebruikte voertuigen die al in Nederland zijn geregistreerd. Naar het oordeel van de rechtbank zijn vergelijkbare gebruikte voertuigen in dit geval geen gebruikte bestelauto’s maar gebruikte kampeerauto’s. Er is immers in het algemeen een wezenlijk verschil tussen beide soorten auto’s, in elk geval – zoals de inspecteur heeft gesteld en de rechtbank aannemelijk voorkomt – voor wat betreft de intensiteit van het gebruik. De rechtbank vindt steun voor dit oordeel in het grote verschil dat er ligt tussen de norm die wordt gehanteerd voor door bestelauto’s van deze ouderdom gereden kilometers (26.700 km, zie de waardering van Dienst Importauto’s.nl) en het aantal kilometers dat werkelijk met de kampeerauto is gereden (6.260).
2.8.
Geen der partijen heeft gegevens overgelegd over de tweedehands inkoopwaarde van een kampeerauto als deze. Belanghebbende heeft voor de inkoopwaarde van de auto alleen verwezen naar de waarde van een vergelijkbare bestelauto welk uitgangspunt de rechtbank onjuist acht, zoals hiervoor is overwogen. De inspecteur is uitgegaan van de forfaitaire afschrijvingstabel van artikel 10, tweede lid, Wet Bpm juncto art. 8 Uitvoeringsregeling Bpm 1992, tekst 2010. Dat uitgangspunt acht de rechtbank evenmin juist omdat het inmiddels vaste jurisprudentie is dat die tabel niet de werkelijke afschrijving weergeeft.
2.9.
Nu geen der partijen de inkoopwaarde van de auto aannemelijk heeft gemaakt zal de rechtbank die ambtshalve vaststellen. De rechtbank acht een afschrijving van 25% over een periode van nog geen jaar zeker niet te laag. Dat betekent dat het gelijk is aan de inspecteur. Het beroep is ongegrond.
2.10.
De rechtbank ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
Deze uitspraak is gedaan op 30 september 2014 door mr. A.F.M.Q. Beukers-van Dooren, rechter, en op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. L. Arts, griffier.
De griffier, De rechter,
Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch (belastingkamer), Postbus 70583,
5201 CZ ’s-Hertogenbosch.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1. bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep.
Voor burgers is het mogelijk hoger beroep digitaal in te stellen. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van de formulieren op Rechtspraak.nl / Digitaal loket bestuursrecht.