FED 2016/54
De belastingvrijstelling voor bepaalde leden van het Koninklijk Huis is niet strijdig met het Verdragsrechtelijke gelijkheidsbeginsel
HR 18-03-2016, ECLI:NL:HR:2016:423, m.nt. E. Thomas
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 maart 2016
- Magistraten
Koopman, Fierstra, Groeneveld, Wortel, Van Hilten
- Zaaknummer
15/02213
- Noot
E. Thomas
- JCDI
JCDI:ADS273882:1
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑03‑2016
ECLI:NL:HR:2016:423, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑03‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2420, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑12‑2015
- Wetingang
Art. 40 lid 2 Gw (tekst 2001); art. 14 EVRM; art. 26 IVBPR (tekst 2001)
Essentie
De belastingvrijstelling voor bepaalde leden van het Koninklijk Huis is niet strijdig met het Verdragsrechtelijke gelijkheidsbeginsel
Uitspraak
Het geschil betreft een aanslag IB/PVV 2011.
OP HET BEROEP IN CASSATIE VAN BELANGHEBBENDE OVERWEEGT DE HOGE RAAD:
2.1.
Belanghebbende heeft in het onderhavige jaar (2011) inkomsten uit werk en woning en uit aanmerkelijk belang genoten. Hij heeft de voor dat jaar aan hem opgelegde aanslag in de IB/PVV in feitelijke instanties bestreden met de stelling dat het gelijkheidsbeginsel en het in de artikelen 14 EVRM en 26 IVBPR neergelegde discriminatieverbod meebrengen dat ook hem de vrijstelling van heffing van inkomstenbelasting en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.