Artikel 1019j
Door de pachtkamer van de rechtbank bedoeld, in artikel 48, tweede en derde lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, worden behandeld en beslist alle zaken betreffende
- a.
een pachtovereenkomst als bedoeld in de vijfde titel van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek;
- b.
een overeenkomst tot wijziging of beëindiging van een pachtovereenkomst;
- c.
een overeenkomst tot het aangaan van een pachtovereenkomst;
- d.
een overeenkomst waarbij persoonlijke zekerheid wordt gesteld voor de nakoming van een pachtovereenkomst;
- e.
een overeenkomst als bedoeld in de artikelen 401 of 402 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek;
- f.
een overeenkomst tussen de afgaande en opkomende pachter, verband houdende met de overgang van het bedrijf;
- g.
vorderingen tot ontruiming van het gepachte door de pachter of de gewezen pachter en tot opeising van het verpachte van de pachter of gewezen pachter;
- h.
vorderingen tot schadevergoeding of betaling van het bedrag, bedoeld in de artikelen 373, eerste en derde lid, en 377, derde en vierde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek;
- i.
vorderingen tot terugbetaling van te veel betaalde pacht;
- j.
vorderingen tot vergoeding van schade wegens onrechtmatig gebruik van het gepachte, nadat de pachtovereenkomst is geëindigd.