AB 2018/184
Proceskostenveroordeling. Afdeling gaat om en sluit aan bij andere hoogste bestuursrechters.
ABRvS 04-04-2018, ECLI:NL:RVS:2018:1106, m.nt. H.D. Tolsma en M. Wever
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
4 april 2018
- Magistraten
Mrs. H.G. Lubberdink, S.F.M. Wortmann, D.J.C. van den Broek
- Zaaknummer
201703584/1/A1
- Noot
H.D. Tolsma en M. Wever
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS269886:1
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht / Hoger beroep
Omgevingsrecht / Omgevingsvergunning
Bestuursprocesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2018:1106, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 04‑04‑2018
- Wetingang
Art. 8:75 Awb; art. 2.33 lid 2 aanhef en onder a Wabo
Essentie
Proceskosten ten laste van het bestuursorgaan? Niet langer is bepalend de uiteindelijke rechtmatigheid van het besluit maarhet al dan niet slagen van het ingestelde rechtsmiddel.
Samenvatting
Mede ter voorlichting van de rechtspraktijk, overweegt de Afdeling het volgende. Tot nu toe is bij de toepassing van art. 8:75 Awb als regel het uiteindelijke oordeel omtrent de rechtmatigheid van het bestreden besluit bepalend geacht voor het antwoord op de vraag of een proceskostenveroordeling ten laste van het bestuursorgaan moet worden uitgesproken. De benadering van de andere hoogste bestuursrechters is een andere. Deze achten voor het antwoord op de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.