Rb. Gelderland, 09-12-2014, nr. 05/820287-14
ECLI:NL:RBGEL:2014:7620
- Instantie
Rechtbank Gelderland
- Datum
09-12-2014
- Zaaknummer
05/820287-14
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBGEL:2014:7620, Uitspraak, Rechtbank Gelderland, 09‑12‑2014; (Eerste aanleg - meervoudig)
Uitspraak 09‑12‑2014
Inhoudsindicatie
De rechtbank Gelderland heeft vandaag een pedagogisch medewerker vrijgesproken van het plegen van ontucht met een minderjarige bewoonster van een zorginstelling te Apeldoorn.
RECHTBANK GELDERLAND
Zittingsplaats Zutphen
Team strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer: 05/820287-14
Uitspraak d.d. 9 december 2014
Tegenspraak
VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats] aan de [adres].
Mr. B.J. Sanders, advocaat te Zutphen.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
25 november 2014.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op een of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van de maand april 2013 tot en met 30 oktober 2013 te Apeldoorn, terwijl hij toen werkzaam was (als pedagogisch medewerker) in een instelling van weldadigheid ([kliniek]) en/of in de gezondheidszorg en/of maatschappelijke zorg, ontucht heeft gepleegd met [slachtoffer], geboren op [geboortedatum 2]), die in genoemde instelling opgenomen/woonachtig was en/of zich als patiënt en/of cliënt aan verdachte's hulp en/of zorg had toevertrouwd, immers heeft hij (telkens) zijn penis in haar vagina gebracht en/of zijn penis door haar laten aftrekken en/of zijn tong in haar mond gebracht (tongzoen) en/of een foto van zijn penis naar haar verstuurd;
art 249 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
art 249 lid 2 ahf/sub 3 Wetboek van Strafrecht
art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Vrijspraak
Aanleiding van het onderzoek
[slachtoffer], bewoonster van zorginstelling [kliniek] te Apeldoorn, doet op 21 november 2013 aangifte van ontucht gepleegd in de periode april tot en met oktober 2013 door verdachte, werkzaam als begeleider bij deze instelling.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het tenlastegelegde, één en ander zoals verwoord in het door haar overgelegde en in het dossier gevoegde schriftelijk requisitoir. Ter terechtzitting heeft de officier van justitie de bewijsmiddelen opgesomd en toegelicht.
Standpunt van de verdachte / de verdediging
De raadsman heeft – kort samengevat – vrijspraak bepleit van het tenlastegelegde, één en ander zoals verwoord in de door hem overgelegde en in het dossier gevoegde pleitnota. Hij heeft daartoe aangevoerd dat verdachte het hem tenlastegelegde feit ontkent en dat de stukken in het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bevatten voor veroordeling van verdachte voor dit feit.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat in de verklaringen en de overige gegevens in het dossier onvoldoende aanknopingspunten zijn te vinden voor ondersteuning van de aangifte van [slachtoffer]. In ieder geval kunnen de foto van de deels ontblote man, aangetroffen op de computer van [slachtoffer], de telefoon- en computergegevens van verdachte en [slachtoffer] en de diverse getuigenverklaringen hiertoe niet dienen, nu de foto niet is te herleiden tot verdachte, de telefoon- en computergegevens niets belastends voor verdachte opleveren en de getuigenverklaringen hun oorsprong met name vinden in hetgeen aangeefster hen verteld heeft.
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van het aan hem tenlastegelegde nu wettig bewijs tekort schiet en zij uit hetgeen er in het dossier voorhanden is niet de overtuiging heeft bekomen dat verdachte het hem tenlastegelegde heeft begaan.
Vordering tot schadevergoeding
De benadeelde partij [slachtoffer] wonende te Apeldoorn heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 4.500,- gevoegd in het strafproces ten aanzien van het tenlastegelegde.
De benadeelde partij zal niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering, nu verdachte is vrijgesproken van het tenlastegelegde.
Beslissing
De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij;
verklaart de benadeelde partij [slachtoffer] niet-ontvankelijk in haar vordering.
Aldus gewezen door mr. Prisse, voorzitter, mrs. Van Apeldoorn en Schaap, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Van Erp-Noordenbos, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 9 december 2014.