BR 2014/24
Bij de planvergelijking moet in aanmerking worden genomen hetgeen naar redelijke verwachting de invulling van de uit te werken bestemming in oude bestemmingsplan zou zijn geweest. (Bunschoten)
ABRvS 04-12-2013, ECLI:NL:RVS:2013:2232, m.nt. J.W. van Zundert
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
4 december 2013
- Magistraten
Mrs. C.H.M. van Altena, N. Verheij en G. Snijders
- Zaaknummer
201300787/1/A2
- Noot
J.W. van Zundert
- JCDI
JCDI:ADS916027:1
- Vakgebied(en)
Bouwrecht (V)
Ruimtelijk bestuursrecht / Tegemoetkoming in schade (planschade)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2013:2232, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 04‑12‑2013
- Wetingang
(art. 6.1 Wro)
Essentie
Bij de planvergelijking moet in aanmerking worden genomen hetgeen naar redelijke verwachting de invulling van de uit te werken bestemming in oude bestemmingsplan zou zijn geweest. (Bunschoten)
Samenvatting
Als gevolg van de uitwerkingsplicht, bedoeld in art. 3.6 Wro, is het vaststellen van een uitwerkingsplan niet slechts een toekomstige onzekere gebeurtenis. Hoewel de uitwerkingsplicht bij een letterlijke lezing van art. 6.1, tweede lid, aanhef en onder a, Wro niet kan worden beschouwd als oorzaak van schade in de zin van die bepaling, laat dat onverlet dat sinds de inwerkingtreding van het bestemmingsplan aannemelijk is dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.