NJB 2016/769
Een ander ‘door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht’ en/of ‘door misbruik van een kwetsbare positie’ vervoeren met het oogmerk van uitbuiting, art. 273f lid 1 sub 4e jo. sub 1e Sr: in casu tekortschietende bewijsvoering. Dat neemt niet weg dat de opvatting onjuist is dat van mensenhandel slechts sprake kan zijn als de bewezenverklaarde gedragingen een schending opleveren van art. 4 EVRM
HR 29-03-2016, ECLI:NL:HR:2016:529
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 maart 2016
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, E.F. Faase
- Zaaknummer
14/06384
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Bijzonder strafrecht / Openbare orde
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:529, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑03‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2590, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑10‑2015
- Wetingang
Essentie
Een ander ‘door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht’ en/of ‘door misbruik van een kwetsbare positie’ vervoeren met het oogmerk van uitbuiting, art. 273f lid 1 sub 4e jo. sub 1e Sr: in casu tekortschietende bewijsvoering. Dat neemt niet weg dat de opvatting onjuist is dat van mensenhandel slechts sprake kan zijn als de bewezenverklaarde gedragingen een schending opleveren van art. 4 EVRM
Uitspraak
Inleiding:
Verdachte is veroordeeld wegens – kort gezegd – mensenhandel, onder meer omdat hij (feit 2) ‘een ander, genaamd [betrokkene 1], (lid 1, onder 1) (telkens) door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.