Einde inhoudsopgave
Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en andere opsporingsambtenaren
Artikel 27 [Inlichten familielid/huisgenoot]
Geldend
Geldend vanaf 06-05-1994
- Redactionele toelichting
Dit besluit treedt tegelijk in werking met de Politiewet 1993 (09-12-1993, Stb. 724).
- Bronpublicatie:
08-04-1994, Stb. 1994, 275 (uitgifte: 21-04-1994, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
06-05-1994
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-01-1994, Stb. 1994, 27 (uitgifte: 01-01-1994, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Politierecht / Bevoegdheden
1.
Voor zover het bij of krachtens het Wetboek van Strafvordering bepaalde zich hiertegen niet verzet stelt de ambtenaar een familielid of een huisgenoot van een ingeslotene zo spoedig mogelijk op de hoogte van de insluiting. In het geval de ingeslotene minderjarig is, doet hij dit uit eigen beweging, indien de ingeslotene meerderjarig is, doet hij dit slechts op verzoek van de ingeslotene.
2.
Indien de omstandigheden de uitvoering van het eerste lid niet toelaten bij een ingeslotene die geen ingezetene is, wordt de ambassade of het consulaat van het land waarin de ingeslotene ingezetene is, op de hoogte gesteld van de insluiting.