AB 2016/132
Niet horen getuigen door bestuursrechter ondanks verzoek door betrokkene. Getuigenbewijs betrof cruciale feitelijke kwestie in de procedure. Schending recht op een eerlijk proces, art. 6 lid 1 EVRM. Het verweer dat betrokkene zelf getuigen had kunnen meebrengen of oproepen treft geen doel in de omstandigheden van het geval.
EHRM 15-03-2016, ECLI:CE:ECHR:2016:0315JUD003996609, m.nt. T. Barkhuysen en M.L. van Emmerik
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
15 maart 2016
- Magistraten
L.L. Guerra, H. Jäderblom, G. Nicolaou, J. Silvis, B. Lubarda, P.P. Vilanova, A. Poláčková
- Zaaknummer
39966/09
- Noot
T. Barkhuysen en M.L. van Emmerik
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS923242:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Staatsrecht / Grondrechten
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:CE:ECHR:2016:0315JUD003996609, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 15‑03‑2016
- Wetingang
Art. 6 lid 1 EVRM; art. 8:46, 8:56, 8:60, 8:63 Awb
Essentie
Niet horen getuigen door bestuursrechter ondanks verzoek door betrokkene. Getuigenbewijs betrof cruciale feitelijke kwestie in de procedure. Schending recht op een eerlijk proces, art. 6 lid 1 EVRM. Het verweer dat betrokkene zelf getuigen had kunnen meebrengen of oproepen treft geen doel in de omstandigheden van het geval.
Samenvatting
De verzoeker, een voormalige politieman, kwam na ruim 30 jaar dienst wegens arbeidsongeschiktheid in de toenmalige WAO terecht. In aanvulling op zijn arbeidsongeschiktheidsverzekering werd hem toegestaan om een additioneel inkomen (met een maximum van ƒ 60.000) te verdienen als zelfstandig gevestigd stressmanager. Daarnaast werd hem naar eigen zeggen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.