NJB 2020/887
Ondernemingsraad. Uitsluiting van een OR-lid. Een ondernemer en de OR verzoeken de rechter om een OR-lid uit te sluiten van alle werkzaamheden van de OR op de grond dat het lid het overleg van de OR met de ondernemer en de werkzaamheden van de OR ernstig belemmert. Hoge Raad: Beantwoording van de vraag of het gedrag van het OR-lid de werkzaamheden van de OR ernstig belemmert, moet plaatsvinden aan de hand van alle feiten en omstandigheden van het geval. De rechter dient terughoudend te zijn met toewijzing van een verzoek tot uitsluiting. Of, en zo ja, op welke wijze en hoe vaak het OR-lid is gewaarschuwd, is slechts een van de gezichtspunten. Daarnaast zijn met name ook de aard en ernst van de verweten gedragingen van belang. Het hof heeft het ontbreken van een laatste waarschuwing binnen de context van de overige omstandigheden meegewogen als een gezichtspunt
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
27 maart 2020
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
19/00358
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Medezeggenschapsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:532, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 27‑03‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1116, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑11‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑01‑2019
- Wetingang
(art. 13 lid 1 WOR)
Essentie
Ondernemingsraad. Uitsluiting van een OR-lid. Een ondernemer en de OR verzoeken de rechter om een OR-lid uit te sluiten van alle werkzaamheden van de OR op de grond dat het lid het overleg van de OR met de ondernemer en de werkzaamheden van de OR ernstig belemmert. Hoge Raad: Beantwoording van de vraag of het gedrag van het OR-lid de werkzaamheden van de OR ernstig belemmert, moet plaatsvinden aan de hand van alle feiten en omstandigheden van het geval. De rechter dient terughoudend te zijn met toewijzing van een verzoek tot uitsluiting. Of, en zo ja, op welke wijze ...