Einde inhoudsopgave
Woningwet
Artikel 61p [Intrekking besluit]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2015
- Bronpublicatie:
20-03-2015, Stb. 2015, 145 (uitgifte: 16-04-2015, kamerstukken: 32769)
- Inwerkingtreding
01-07-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-06-2015, Stb. 2015, 232 (uitgifte: 19-06-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Volkshuisvesting en wonen / Algemeen
Bouwrecht / Woonrecht
Volkshuisvesting en wonen / Woningbouw
1.
Onze Minister kan een besluit tot toepassing van artikel 61m, eerste lid, intrekken, indien:
- a.
naar zijn oordeel het van kracht blijven van dat besluit het belang van de volkshuisvesting ernstige schade zou berokkenen;
- b.
de bij de aanvraag om toepassing van artikel 61m, eerste lid, verstrekte gegevens zodanig onjuist zijn of onvolledig blijken, dat daarop een andere beslissing zou zijn genomen, indien bij de beoordeling daarvan de juiste of volledige gegevens bekend waren geweest, of
- c.
voor Nederland verbindende internationale verplichtingen, of voorschriften met het oog op de nakoming daarvan, daartoe noodzaken.
2.
Alvorens een besluit tot toepassing van artikel 61m, eerste lid, in te trekken op de grond, genoemd in het eerste lid, onderdeel a, stelt Onze Minister degenen die de aanvraag om die toepassing hebben gedaan, in de gelegenheid binnen een door hem te bepalen termijn hun zienswijze naar voren te brengen.
3.
Op de voorbereiding van een besluit als bedoeld in het eerste lid op een van de gronden, genoemd in onderdeel b of c van dat lid, is artikel 61n, tweede en derde lid, van overeenkomstige toepassing.
4.
Een besluit tot intrekking van een besluit tot toepassing van artikel 61m, eerste lid, heeft geen terugwerkende kracht.