Einde inhoudsopgave
Modelprivacyreglement COMPAS
Artikel 9 Verstrekking van gegevens uit de registratie
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2000
- Redactionele toelichting
De datum van publicatie is de datum van de Staatscourant.
- Bronpublicatie:
03-05-2000, Stcrt. 2000, 86 (uitgifte: 03-05-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-2000
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-05-2000, Stcrt. 2000, 86 (uitgifte: 03-05-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Privacy / Verwerking persoonsgegevens
Bijzonder strafrecht / Bijzondere onderwerpen strafrecht
1.
Uit de registratie worden gegevens verstrekt aan derden indien daartoe een wettelijke verplichting bestaat ingevolge het Wetboek van Strafvordering (WvSv), Wet openbaarheid van bestuur (WOB) en overige wettelijke voorschriften.
2.
Voor binnen de strafrechtspleging gelegen doeleinden kunnen binnen de organisatie van de houder uit de registratie gegevens worden verstrekt aan de houder, de (plv.) officieren van justitie en de andere bij dat parket werkzame personen, voorzover nodig voor de uitoefening van hun taak, de beheerders (gegevensbeheerder, technisch beheerder, applicatiebeheerder) en anderen die zijn belast met het onderhoud van de registratie of de controle op de juiste werking daarvan tenzij zij zelf in de registratie voorkomen;
3.
Voor binnen de strafrechtspleging gelegen doeleinden kunnen uit de registratie gegevens worden verstrekt aan de volgende vaste gebruikers buiten de organisatie van de houder:
- I)
de gerechten en de daarbij werkzame personen, voorzover belast met de behandeling van zaken, voorzover de gegevens voor die behandeling noodzakelijk zijn;
- II)
de overige (plv.) officieren van justitie, (plv.) advocaten-generaal, de bij de andere parketten — waaronder het landelijk parket — werkzame personen, de bij het parket-generaal werkzame personen, voorzover de gegevens noodzakelijk zijn voor de (verdere) behandeling van zaken;
- III)
politie- en andere (buitengewone) opsporingsambtenaren voorzover de gegevens noodzakelijk zijn voor de uitoefening van hun taak;
- IV)
medewerkers van de Facilitaire Dienst Rechterlijke Organisatie (FDRO) voorzover de gegevens noodzakelijk zijn voor de uitoefening van hun taak;
- V)
de Minister van Justitie, de Staatssecretaris, de andere bij het Ministerie van Justitie werkzame personen en de bij het parket-generaal werkzame personen, voorzover de gegevens noodzakelijk zijn voor het afleggen van verantwoording;
- VI)
de Centrale Justitiële Documentatie, voorzover deze dienst gegevens behoeft voor de uitvoering van de Wet op de justitiële documentatie en de verklaringen omtrent het gedrag;
- VII)
de instanties belast met de tenuitvoerlegging van vrijheidsbenemende maatregelen, voorzover de gegevens voor de tenuitvoerlegging noodzakelijk zijn;
- VIII)
het Cliënt-Volgsysteem Jeugdcriminaliteit (CVS-JC). Het betreft de voor de CVS-JC noodzakelijke gegevens, die niet onder de Wet op de justitiële documentatie en de verklaringen omtrent het gedrag (Wet JD) vallen;
- IX)
bewaarders van inbeslaggenomen voorwerpen, voorzover de gegevens noodzakelijk zijn in verband met de teruggave of deponering van die voorwerpen of met de uitvoering van machtigingen en de afwikkeling van het beslag;
- X)
de bij de tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen of bij de OM-afdoeningen betrokken instanties (gerechtsdeurwaarders, opsporingsinstanties, reclassering, Raad voor de Kinderbescherming, bureau HALT, het CJIB, de IND, ambtenaren van de penitentiaire inrichtingen), voorzover de gegevens voor die tenuitvoerlegging noodzakelijk zijn, met dien verstande dat het (GB)A-nummer uitsluitend wordt verstrekt, indien de persoon of instantie afnemer is op grond[lees: grond van]artikel 1 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens;
- XI)
andere personen en instanties, zoals deskundigen en tolken, voorzover die gegevens noodzakelijk zijn ten uitvoering van een verstrekte opdracht of een gedaan verzoek in het kader van de behandeling van zaken, met dien verstande dat het (GB)A-nummer uitsluitend wordt verstrekt, indien de persoon of instantie afnemer is op grond van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens;
- XII)
de houders van politieregisters, voorzover zij de gegevens bij of krachtens de Wet Politieregisters behoeven in verband met de op hen rustende zorgplicht voor de juistheid en volledigheid van de in deze registers opgenomen gegevens;
- XIII)
de raadslieden, die zijn belast met de bijstand aan personen, genoemd in artikel 5, eerste en tweede lid;
- XIV)
het Schadefonds geweldsmisdrijven ten behoeve van de uitvoering van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven.
4.
Uit de registratie kunnen gegevens over een individuele strafzaak aan de media worden verstrekt voorzover dit behoort tot een behoorlijke taakuitoefening van de officier van justitie en met inachtneming van de daarvoor geldende richtlijnen.
5.
Voor buiten de strafrechtspleging gelegen doeleinden kunnen indien dit voortvloeit uit een behoorlijke taakuitoefening van de officier van justitie en voor zover een zwaarwegend openbaar belang daartoe noodzaakt, de daarvoor benodigde persoonsgegevens over een individuele strafzaak uit de registratie worden verstrekt aan derden. In de volgende gevallen is daarvan in de regel sprake:
- a)
Ten behoeve van de beoordeling van de vraag of rechtspositionele dan wel tuchtrechtelijke maatregelen moeten worden getroffen tegen een werknemer of een lid van een beroepsgroep, die wordt verdacht van een misdrijf waarvan duidelijk is dat het twijfels kan doen rijzen over zijn behoorlijk beroepsmatig functioneren, kunnen, voorzover noodzakelijk voor die beoordeling, over betrokkene uit de registratie persoonsgegevens met betrekking tot een individuele strafzaak worden verstrekt aan tenminste de volgende instanties:
- I)
De (semi-)overheid als werkgever.
- II)
De particuliere werkgever als het gaat om bepaalde ‘gevoelige’ bedrijven/particuliere instellingen: KPN en soortgelijke telecom en IT-bedrijven (inclusief internet-providers), TNT Postgroep en soortgelijke bedrijven, beveiligingsbedrijven, geldtransportbedrijven; KLM en andere Nederlandse luchtvaartmaatschappijen, bedrijven die geld, paspoorten, identiteitsbewijzen vervaardigen; Milieu Onderzoekslaboratoria; banken; casino's; particuliere onderwijsinstellingen, sport- en muziekscholen, kinderdagverblijven en zwembaden.
- III)
Instanties belast met toezicht op vrije beroepen, zoals de (plaatselijke) Deken van de Orde van Advocaten.
- IV)
De Geneeskundig hoofdinspecteur voor de gezondheidszorg.
- b)
Ten behoeve van toezicht/fraudebestrijding kunnen uit de registratie de daarvoor benodigde persoonsgegevens over een individuele strafzaak worden verstrekt, voorzover dit toezicht dan wel deze fraudebestrijding wordt uitgeoefend door:
- I)
Bedrijfsverenigingen en uitkeringsinstanties voorzover niet geregeld in andere wetten (bv. art. 87 Organisatiewet sociale verzekeringen).
- II)
Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
- III)
Bijzondere Opsporings Diensten voorzover het hun toezichthoudende taak betreft (ECD, FIODD, AID belastingdienst/Douane, Regionale Inspecties Milieuhygiëne, Regionale Inspecties Gezondheidsbescherming, Landelijke Inspectie voor de Dierenbescherming, Recherchedienst VROM, BumaStemra).
- IV)
Het Ministerie van VROM inzake toekenning, intrekking en terugvorderingen van huursubsidies en van bijdragen voor eigen woning.
- V)
De Nederlandsche Bank, de Stichting Toezicht Effectenverkeer, de Verzekeringskamer en de Minister van Financiën voorzover het hun taak als financiële toezichthouder betreft.
- VI)
De Geneeskundig hoofdinspecteur voor de gezondheidszorg om deze op de hoogte te stellen van vonnissen waarin ontzetting van het recht op de medische beroepsuitoefening is uitgesproken.
- VII)
De Belastingdienst indien het OM beschikt over strafrechtelijke informatie waarover de Belastingdienst ter handhaving van de Belastingwetten zou moeten beschikken, zonder dat de belastingdienst een verzoek als bedoeld in artikel 48 AWR heeft gedaan.
- VIII)
De IND ten behoeve van de toezichthoudende taak ten aanzien van vreemdelingen, bijvoorbeeld in het kader van artikel 26 Vreemdelingenwet.
- c)
Ten behoeve van preventie van criminaliteit en van ernstige openbare ordeverstoringen kunnen uit de registratie daarvoor benodigde persoonsgegevens over een individuele strafzaak worden verstrekt aan:
- I)
KNVB en buitenlandse voetbalorganisaties t.b.v. civielrechtelijk uitsluiting[lees: civielrechtelijke uitsluiting] van het bijwonen van voetbalwedstrijden, met inachtneming van de in de Aanwijzing ‘Bestrijding van voetbalvandalisme en -geweld’ neergelegde regels.
- II)
Hulpverleningsinstanties ten behoeve van activiteiten op het terrein van de criminaliteitspreventie, in elk geval aan jeugdhulpverlening en Reclassering.
- III)
Leerplichtambtenaren.
- IV)
Burgemeesters, Commissarissen der Koningin, en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
- V)
Rijksdienst voor het Wegverkeer voorzover van belang voor een correcte kentekenregistratie.
- VI)
Politieambtenaren.
- d)
Voorzover noodzakelijk voor de hulpverlening aan slachtoffers van dan wel andere direct betrokkenen bij strafbare feiten kunnen uit de registratie daarvoor benodigde persoonsgegevens over de betreffende strafzaak worden verstrekt aan:
- I)
Slachtoffers en hun nabestaanden.
- II)
Bureau Slachtofferhulp.
- III)
Politieambtenaren.
- IV)
Bureau maatschappelijk werk.
- V)
Raden voor de Kinderbescherming.
- VI)
Vertrouwensartsen.
- VII)
Gemeentelijke gezondheidsdiensten.
- e)
Ten behoeve van de vergoeding aan het slachtoffer van de schade, die is ontstaan als gevolg van een strafbaar feit, alsmede ten behoeve van het verhaal van die schade op de dader, kunnen uit de registratie de daarvoor benodigde persoonsgegevens over de betreffende strafzaak worden verstrekt aan:
- I)
Degenen die rechtstreeks schade hebben geleden als gevolg van een strafbaar feit, voorzover geen sprake is van een geval waarop artikel 51d WvSv betrekking heeft.
- II)
Verzekeraars.
- III)
Stichting Processen Verbaal, met inachtneming van de Aanwijzing Verkeersongevallen.
- IV)
Buma/Stemra in geval van overtredingen van intellectuele eigendomsrechten.
- V)
ARBO Diensten.
- VI)
Politieambtenaren.
- f)
Voorzover persoonsgegevens van een verdachte in een individuele strafzaak invloed kunnen hebben op zijn status, bijvoorbeeld als vergunninghouder, kunnen aan de volgende instanties de voor de volgende doelen benodigde persoonsgegevens uit de registratie over deze strafzaak worden verstrekt aan:
- I)
IND en de Vreemdelingendienst i.v.m. verblijfsvergunningen, visa, naturalisatieverzoeken en ongewenstverklaringen.
- II)
SER i.v.m. uitschrijving handelsregister van assurantietussenpersonen.
- III)
(lokale) overheidsinstanties ten behoeve van het handhaven van verleende vergunningen en koninklijke onderscheidingen.
- g)
Over individuele strafzaken kunnen uit de registratie persoonsgegevens worden verstrekt aan de partners in de samenwerkingsverbanden die het Openbaar Ministerie, onder verantwoordelijkheid van het College dan wel van een hoofd van een parket, is aangegaan voorzover een adequate taakuitoefening van de partners dat met zich mee brengt en indien over de informatieverstrekking afspraken zijn gemaakt en vastgelegd.
- h)
Onverminderd het bepaalde onder a t/m g kunnen uit de registratie persoonsgegevens over individuele strafzaken aan derden worden verstrekt indien zulks noodzakelijk is voor een behoorlijke taakuitoefening van de officier van justitie en voorzover een zwaarwegend openbaar belang daartoe noodzaakt.
6.
Verstrekking van persoonsgegevens aan andere dan de in dit artikel bedoelde personen of instanties, ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek — waaronder wordt begrepen de onderzoeken van het bureau nationaal rapporteur mensenhandel — kan alleen plaatsvinden nadat daartoe schriftelijke toestemming is verkregen van de Minister van Justitie en met inachtneming van de door deze gestelde voorwaarden.