Einde inhoudsopgave
Besluit openbare biedingen Wft
Artikel 21 [Non-discriminatoire gestanddoening]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2012
- Bronpublicatie:
09-03-2012, Stb. 2012, 196 (uitgifte: 08-05-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-05-2012, Stb. 2012, 242 (uitgifte: 12-06-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
1.
Indien de bieder na verkrijging van de naar aanleiding van het partieel bod aangeboden effecten direct of indirect ten minste over 30 procent van de stemrechten in de algemene vergadering van de doelvennootschap zal beschikken, doet hij zijn partieel bod gestand met hantering van een non-discriminatoire systematiek, waarbij ten hoogste 30 procent minus één stem van de stemrechten kan worden verkregen. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld omtrent de systematiek van gestanddoening.
2.
Artikel 19 is van overeenkomstige toepassing.