Einde inhoudsopgave
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Artikel 5.23 Aanvraag en beoordeling instellingstoets kwaliteitszorg
Geldend
Geldend vanaf 01-02-2019
- Bronpublicatie:
15-06-2018, Stb. 2018, 209 (uitgifte: 05-07-2018, kamerstukken: 34735)
- Inwerkingtreding
01-02-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-01-2019, Stb. 2019, 28 (uitgifte: 31-01-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
1.
Een instellingstoets kwaliteitszorg is de toets op de interne kwaliteitszorg en de inzet tot verbetering van de resultaten van een instelling voor hoger onderwijs, voor zover betrekking hebbend op de kwaliteit van haar opleidingen.
2.
Een instellingstoets kwaliteitszorg wordt uitgevoerd op aanvraag van het instellingsbestuur.
3.
De kwaliteitszorg wordt beoordeeld aan de hand van de volgende kwaliteitsaspecten:
- a.
de visie van de instelling op de kwaliteit van haar onderwijs;
- b.
de vormgeving en de effectiviteit van de interne kwaliteitszorg van een instelling;
- c.
het gevoerde beleid op het gebied van personeel en voorzieningen; en
- d.
de voorzieningen die de toegankelijkheid en studeerbaarheid voor studenten met een functiebeperking bevorderen.
4.
Het accreditatieorgaan baseert zijn oordeel of een positief besluit op de aanvraag voor de instellingstoets kwaliteitszorg kan worden genomen op een advies van de commissie van deskundigen, bedoeld in artikel 5.2, tweede lid, onderdeel b. Van de commissie maakt ten minste een student deel uit.
5.
Het accreditatieorgaan neemt binnen zes maanden na ontvangst van de aanvraag een besluit.
6.
Het instellingsbestuur is het accreditatieorgaan een vergoeding verschuldigd van de kosten van de beoordeling van de aanvraag, waaronder de beoordeling van de kwaliteitszorg door de commissie van deskundigen.