Einde inhoudsopgave
Wegenverkeerswet 1994
Artikel 40 [Zichtbaarheid kenteken]
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2003
- Redactionele toelichting
Lid 4, onderdeel b, is voor zover het betrekking heeft op aanhangwagens die voor 01-09-2002 in het verkeer zijn gebracht in werking getreden op 01-09-2003, gesteld bij het KB van 15-08-2002, Stb. 442.
- Bronpublicatie:
06-10-1999, Stb. 1999, 459 (uitgifte: 01-01-1999, kamerstukken: 26138)
- Inwerkingtreding
01-09-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-01-2000, Stb. 2000, 33 (uitgifte: 01-01-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Kentekens en kentekenbewijzen
Verkeersrecht (V)
1.
Het kenteken dient behoorlijk zichtbaar op of aan het motorrijtuig of de aanhangwagen aanwezig te zijn.
2.
Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels vastgesteld omtrent de inrichting, het aanbrengen en de verlichting van het kenteken en worden regels vastgesteld omtrent de kentekenplaat en de onderdelen daarvan, alsmede de daarop aan te brengen merken.
3.
Bij ministeriële regeling worden nadere regels vastgesteld ter uitvoering van het bepaalde krachtens het tweede lid.
4.
Voor overtreding van het eerste lid dan wel het bepaalde krachtens het tweede of derde lid zijn aansprakelijk:
- a.
voor zover het betreft een motorrijtuig, de eigenaar of houder die het motorrijtuig op de weg laat staan of daarmee over de weg laat rijden, alsmede in het geval dat met dat motorrijtuig over de weg wordt gereden, de bestuurder, en
- b.
voor zover het betreft een aanhangwagen, de eigenaar of houder die de aanhangwagen op de weg laat staan of deze met een motorrijtuig over de weg laat voortbewegen, alsmede in het geval dat de aanhangwagen met een motorrijtuig over de weg wordt voortbewogen, de bestuurder van dat motorrijtuig.