NJB 2021/1899
Aanvulling als bedoeld in art. 365a lid 2 Sv: als deze niet bij de vaststelling daarvan wordt ondertekend, mag die ondertekening ook op een later moment plaatsvinden. Het heeft daarbij de voorkeur dat ondertekening plaatsvindt in de vorm van een afzonderlijke, door een van de rechters die het verkorte vonnis of arrest hebben gewezen of bij hun ontstentenis door de voorzitter van het gerecht, ondertekende verklaring. In casu had de ondertekening niet meteen plaatsgevonden vanwege de gevolgen van de pandemie COVID-19.
HR 15-06-2021, ECLI:NL:HR:2021:925
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 juni 2021
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Grienden, M.J. Borgers
- Zaaknummer
19/05024
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:925, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑06‑2021
- Wetingang
(art. 365a Sv)
Essentie
Aanvulling als bedoeld in art. 365a lid 2 Sv: als deze niet bij de vaststelling daarvan wordt ondertekend, mag die ondertekening ook op een later moment plaatsvinden. Het heeft daarbij de voorkeur dat ondertekening plaatsvindt in de vorm van een afzonderlijke, door een van de rechters die het verkorte vonnis of arrest hebben gewezen of bij hun ontstentenis door de voorzitter van het gerecht, ondertekende verklaring. In casu had de ondertekening niet meteen plaatsgevonden vanwege de gevolgen van de pandemie COVID-19.
Uitspraak
Inleiding
Bij de aan de Hoge Raad toegezonden stukken bevindt zich de aanvulling op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.