NJB 2019/20
Ondertekening van beschikking art. 24 lid 2 Sv: onjuist is de opvatting dat het voorschrift inzake de ondertekening van de beschikking van zodanig essentiële aard is dat de enkele niet-naleving daarvan nietigheid tot gevolg heeft
HR 11-12-2018, ECLI:NL:HR:2018:2291
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 december 2018
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, A.J.A. van Dorst en M.J. Borgers
- Zaaknummer
17/01452 B
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2291, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑12‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1178, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑10‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑07‑2017
- Wetingang
(art. 24 Sv)
Essentie
Ondertekening van beschikking art. 24 lid 2 Sv: onjuist is de opvatting dat het voorschrift inzake de ondertekening van de beschikking van zodanig essentiële aard is dat de enkele niet-naleving daarvan nietigheid tot gevolg heeft
Uitspraak
Inleiding:
Het gaat in deze zaak om een beschikking van de Rechtbank op een klaagschrift als bedoeld in art. 552a Sv. Het middel klaagt dat de beschikking van de Rechtbank in strijd met art. 24, tweede lid, Sv niet is ondertekend door de voorzitter van de (meervoudige kamer van de) Rechtbank noch door de griffier.