RvdW 2024/913
Prejudiciële beslissing op voet art. 392 Rv. Unierecht. Consumentenrecht. Verbintenissenrecht. Schending bestelknopbepaling (art. 6:230v lid 3 BW); vernietiging overeenkomst; gevolgen; recht handelaar op vergoeding; grondslag. Art. 6:203, 6:210 en 6:212 BW.
HR 04-10-2024, ECLI:NL:HR:2024:1366
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 oktober 2024
- Magistraten
Mrs. M.J. Kroeze, H.M. Wattendorff, A.E.B. ter Heide, F.R. Salomons, G.C. Makkink
- Zaaknummer
23/01968
- Conclusie
A-G mr. B.J. Drijber
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verbintenissenrecht / Overige verbintenissen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:1366, Uitspraak, Hoge Raad, 04‑10‑2024
ECLI:NL:PHR:2023:1082, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 28‑11‑2023
- Wetingang
Art. 6:203, 6:210, 6:212m, 6:230v lid 3 BW; art. 8 lid 2 Richtlijn 2011/83/EU betreffende consumentenrechten
Essentie
Prejudiciële beslissing op voet art. 392 Rv. Unierecht. Consumentenrecht. Verbintenissenrecht. Schending bestelknopbepaling (art. 6:230v lid 3 BW); vernietiging overeenkomst; gevolgen; recht handelaar op vergoeding; grondslag. Art. 6:203, 6:210 en 6:212 BW.
Samenvatting
Aangezien gedeeltelijke vernietiging van de overeenkomst in verstekzaken de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten van de consument onverlet laat, blijft daarmee de rechtsgrond voor door de handelaar op grond van de overeenkomst jegens de consument verrichte prestaties in stand. Voor een vordering tot terugvordering of ongedaanmaking op de voet van art. 6:203 en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.