Besluit definitiebepalingen Wft
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2007
- Bronpublicatie:
12-10-2006, Stb. 2006, 505 (uitgifte: 31-10-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2006, Stb. 2006, 664 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Verzekeringsrecht / Algemeen
Besluit van 12 oktober 2006, houdende bepalingen met betrekking tot enkele definities uit artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 26 juni 2006, nr. FM 2006-01571 M;
Gelet op artikel 1 van richtlijn nr. 87/102/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 22 december 1986 betreffende de harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake het consumentenkrediet (PbEG L 42), artikel 2 van richtlijn nr. 2003/71/EG van het Europees parlement en de Raad van de Europese Unie van 4 november 2003 betreffende het prospectus dat gepubliceerd moet worden wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel worden toegelaten en tot wijziging van richtlijn 2001/34/EG (PbEU L 345) en artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht;
De Raad van State gehoord (advies van 20 juli 2006, nr. W06.06.0267/IV);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën van 9 oktober 2006, nr. FM 2006-01837 U;
Hebben goedgevonden en verstaan: