Besluit controle op rechtspersonen
Artikel 2 [Aanwijzing bestuursorganen of diensten]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
16-09-2020, Stb. 2020, 400 (uitgifte: 28-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Ondernemingsrecht / Algemeen
Als bestuursorganen of diensten die zijn belast met de opsporing van strafbare feiten of met het toezicht op financiële instellingen, bedoeld in artikel 3, tweede lid, onder e, van de wet, worden aangewezen:
- a.
de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit van het Ministerie van Economische Zaken;
- b.
de Autoriteit Financiële Markten;
- c.
de bestuursorganen die op grond van de Wet milieubeheer of op grond van de Omgevingswet bevoegd zijn tot het geven van een beschikking of het nemen van een ander besluit;
- d.
de bijzondere opsporingsdiensten, bedoeld in artikel 2 van de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten;
- e.
De Nederlandsche Bank N.V.;
- f.
de Dienst Wegverkeer;
- g.
het openbaar ministerie;
- h.
Autoriteit Consument en Markt: de Autoriteit Consument en Markt, genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt;
- i.
Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, ten behoeve van de door hem aangewezen toezichthouders, bedoeld in de Aanwijzingsregeling toezichthoudende ambtenaren en ambtenaren met specifieke uitvoeringstaken op grond van SZW wetgeving;
- j.
de Inspectie Leefomgeving en Transport van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu.