Einde inhoudsopgave
Mijnbouwbesluit
Artikel 94
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
16-09-2020, Stb. 2020, 400 (uitgifte: 28-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Mijnbouw
Energierecht (V)
1.
Het is verboden zonder vergunning van Onze Minister een pijpleiding in de territoriale zee of op het continentaal plat aan te leggen. Indien de pijpleiding zal worden aangelegd in een gebied als bedoeld in de artikelen 7.67, onderdeel b, onder 1°, of 7.67, onderdeel b, onder 2°, van het Besluit activiteiten leefomgeving wordt de vergunning verleend door Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister van Defensie respectievelijk Onze Minister van Infrastructuur en Milieu.
2.
De vergunning wordt geweigerd indien de pijpleiding niet voldoet aan de bij of krachtens artikel 93 gestelde eisen.
3.
De vergunning kan onder beperkingen worden verleend en daaraan kunnen voorschriften worden verbonden in verband met risico op schade.
4.
Indien de vergunning betrekking heeft op een project voor het aanleggen van een pijpleiding waarvoor op grond van artikel 16.43 van de Omgevingswet een milieueffectrapport moet worden gemaakt, is afdeling 16.4 van die wet van toepassing.