Einde inhoudsopgave
Besluit noodmaatregelen coronacrisis
8.2 Urencriterium
Geldend
Geldend vanaf 20-09-2022. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 12-03-2020
- Bronpublicatie:
13-09-2022, Stcrt. 2022, 24204 (uitgifte: 19-09-2022, regelingnummer: 2022-219271)
- Inwerkingtreding
20-09-2022, terugwerkend tot: 12-03-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-09-2022, Stcrt. 2022, 24204 (uitgifte: 19-09-2022, regelingnummer: 2022-219271)
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Fusie en splitsing
Internationaal belastingrecht / Heffingsbevoegdheid
Vennootschapsbelasting / Vrijstelling
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Invordering / Algemeen
Invordering / Aansprakelijkheid
Invordering / Invorderingsrente en betalingskorting
Belastingheffing van motorrijtuigen / Belasting van personenauto's en motorrijwielen
Invordering / Uitstel van betaling, kwijtschelding en verjaring
Invordering / Verhaalsrecht
Invordering / Boete
Inkomstenbelasting / Winst
Corona (V)
Loonbelasting / Werkkostenregeling
Inkomstenbelasting / Eigen woning
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Inkomstenbelasting / Belastbaar loon
Loonbelasting / Inhoudingsplichtige
Loonbelasting / Loon
Milieubelastingen / Energiebelasting
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Omzetbelasting / Tarief
Omzetbelasting / Vrijstelling
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Ondernemers die belastingplichtig zijn voor de inkomstenbelasting (als bedoeld in artikel 3.4 Wet IB 2001) kunnen onder voorwaarden aanspraak maken op verschillende ondernemersfaciliteiten. Op sommige van deze ondernemersfaciliteiten, zoals de zelfstandigenaftrek, de meewerkaftrek en de oudedagsreserve, kan uitsluitend aanspraak worden gemaakt als aan het zogenoemde urencriterium wordt voldaan. Aan dit urencriterium wordt in het algemeen voldaan wanneer de ondernemer ten minste 1.225 uren per kalenderjaar besteedt aan werkzaamheden voor zijn onderneming.
Het is denkbaar dat ondernemers door de coronacrisis minder of geen werkzaamheden voor hun onderneming(en) kunnen verrichten. Hierdoor kan het voor ondernemers lastig zijn om aannemelijk te maken dat aan het urencriterium is voldaan. Het feit dat ondernemers puur als gevolg van de coronacrisis bepaalde ondernemersfaciliteiten verliezen, vind ik onwenselijk en onrechtvaardig. Daarom keur ik het volgende goed.
Goedkeuring 1 – 2020
Bij de beoordeling van de aannemelijkheid van het aantal in een kalenderjaar aan werkzaamheden voor een of meer ondernemingen bestede uren in het kader van het urencriterium zoals bepaald in artikel 3.6 Wet IB 2001, worden ondernemers in de periode van 1 maart 2020 tot en met 30 september 2020 geacht ten minste 24 uren per week aan de onderneming(en) te hebben besteed.
Ondernemers die seizoengebonden werkzaamheden verrichten en die normaliter in de periode van 1 maart tot en met 30 september een piek hebben in het aantal uren dat ze besteden aan de onderneming, worden geacht een gelijk aantal uren te hebben besteed in dezelfde periode in 2020 als het aantal uren dat is besteed in de periode van 1 maart 2019 tot en met 30 september 2019. De ondernemer kan in dat geval met behulp van zijn administratie bepalen hoeveel uren hij aan de onderneming heeft besteed in de periode van 1 maart 2019 tot en met 30 september 2019.
Goedkeuring 2 – 2021
Bij de beoordeling van de aannemelijkheid van het aantal in een kalenderjaar aan werkzaamheden voor een of meer ondernemingen bestede uren in het kader van het urencriterium zoals bepaald in artikel 3.6 Wet IB 2001, worden ondernemers in de periode van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021 geacht ten minste 24 uren per week aan de onderneming(en) te hebben besteed.
Ondernemers die seizoengebonden werkzaamheden verrichten en die normaliter in de periode van 1 januari tot en met 30 juni een piek hebben in het aantal uren dat ze besteden aan de onderneming, worden geacht een gelijk aantal uren te hebben besteed in dezelfde periode in 2021 als het aantal uren dat is besteed in de periode van 1 januari 2019 tot en met 30 juni 2019. De ondernemer kan in dat geval met behulp van zijn administratie bepalen hoeveel uren hij aan de onderneming heeft besteed in de periode van 1 januari 2019 tot en met 30 juni 2019.
Onbenoemd 8.2.1 Verlaagd urencriterium voor startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid