Einde inhoudsopgave
Wet houdende vaststelling regeling ten aanzien van de Stichting tot verzorging en afwikkeling van pensioensaangelegenheden gewezen overheidspersoneel van Indonesië
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1998
- Bronpublicatie:
06-11-1997, Stb. 1997, 510 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken: 25280)
- Inwerkingtreding
01-01-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-1997, Stb. 1997, 581 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
Sociale zekerheid algemeen / Bijzondere onderwerpen
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
Wet van 21 April 1955, houdende vaststelling van een regeling, als bedoeld in artikel 89a van de Comptabiliteitswet (Stb. 1927, No. 259), ten aanzien van de ‘Stichting tot verzorging en afwikkeling van pensioensaangelegenheden betreffende gewezen overheidspersoneel van Indonesië en hun nagelaten betrekkingen’
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het, mede gelet op artikel 9 van het Besluit MC II/C II/26 van de Tweede Ministersconferentie, nodig is een regeling te treffen, als bedoeld in artikel 89a van de Comptabiliteitswet (Stb. 1927, No. 259), zoals deze wet sindsdien is gewijzigd, ten aanzien van de ‘Stichting tot verzorging en afwikkeling van pensioensaangelegenheden betreffende gewezen overheidspersoneel van Indonesië en hun nagelaten betrekkingen’;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: